Taal 2: Spreekwoorden en uitdrukkingen

Je kan uitleggen wat de begrippen moedertaal, ritme, intonatie en klemtoon betekenen
Je kunt het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik uitleggen
Je kunt uitleggen wat spreekwoorden en uitdrukkingen zijn
Uitleg
Nederlands
Hebben we alle doelen behaald?
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Je kan uitleggen wat de begrippen moedertaal, ritme, intonatie en klemtoon betekenen
Je kunt het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik uitleggen
Je kunt uitleggen wat spreekwoorden en uitdrukkingen zijn
Uitleg
Nederlands
Hebben we alle doelen behaald?

Slide 1 - Slide

Leerdoel vorige les
Je kan uitleggen wat de begrippen moedertaal, ritme, intonatie en klemtoon betekenen

Slide 2 - Slide

Leerdoel deze les
Je kunt het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik uitleggen

Je kunt uitleggen wat spreekwoorden en uitdrukkingen zijn

Slide 3 - Slide

Letterlijk en figuurlijk taalgebruik
Wat is letterlijk taalgebruik of "iets letterlijk nemen"?

Wat is figuurlijk taalgebruik of "iets figuurlijk nemen"?


Slide 4 - Slide

Letterlijk of figuurlijk?

Slide 5 - Slide

Letterlijk
Taalgebruik waarbij je iets precies bedoeld zoals je schrijft of zegt

Bijvoorbeeld: "Ik ga stuk" is: "Ik ga kapot"

Slide 6 - Slide

Figuurlijk
Taalgebruik waarbij je iets niet precies bedoeld zoals je schrijft of zegt. Je gebruikt een beeld(figuur) om de betekenis duidelijk te maken
Bijvoorbeeld: "Ik ga stuk" ...van het lachen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat is een spreekwoord?

Slide 11 - Slide

Vragen over de lesstof? :-)

Slide 12 - Slide

Aan de slag:
FB blz 92-93

Maak nu opdracht: 1, 2, 3, 4ab
de eerste 15 minuten werken we in stilte

Klaar? Overleg met de docent

Slide 13 - Slide