Present PerfectWhen do we use it?
1. Iets in het verleden gebeurt, maar nog bezig/connectie met heden.
2. Tijd niet belangrijk
Have/Has + voltooid deelwoord
"I have worked here since 2020."
Past PerfectWhen do we use it?
1. Iets was gebeurd
2. En het voor iets anders gebeurde
3. Bij het woordje 'IF' (mogelijkheid)
Had + voltooid deelwoord
"That day, after he had washed the dishes, he dried them and put them in the cupboard."
"If you had done that earlier you'd be done by now"