Les 6: eindopdracht

Burgerschap
Eindopdracht


Periode 3




1 / 27
next
Slide 1: Slide
BurgerschapsonderwijsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Burgerschap
Eindopdracht


Periode 3




Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is een vooroordeel?
A
Dat je voor oordelen bent.
B
Dat je iets zegt/denkt over iemand dat klopt.
C
Dat je iets zegt/denkt over iemand dat niet klopt.
D
Dat je oordelen voor bent.

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
...kan ik uitleggen wat een argument is. (R)
...kan ik een voorbeeld noemen van een sterk en zwak argument. (T1)
...kan ik uitleggen waarom een standpunt beargumenteren belangrijk is. (T1)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

7

Slide 5 - Video

This item has no instructions

00:24
Wat leer je van debatteren volgens Lise?
A
Presenteren en debatteren
B
Argumenteren en debatteren
C
Presenteren en argumenteren
D
Geen van deze antwoorden zijn goed.

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

00:41
Aan welke twee woorden kunnen we argumenten herkennen?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

00:59
Wat is hier het argument?
A
Omdat we een nieuwe boot hebben aangeschaft
B
Vind ik varen veel leuker

Slide 8 - Quiz

Het argument is A, kijk daarna samen met de leerlingen naar het antwoord. 
01:26
Wat is hier het argument?
A
Voetbal is een leuke sport
B
Want je doet het samen

Slide 9 - Quiz

Het argument is B, kijk daarna samen met de leerlingen naar het antwoord. 
01:45
Wat is hier het argument?
A
Ik kom voortaan op tijd op school
B
omdat ik niet meer de kantine wil opruimen na de pauze

Slide 10 - Quiz

Het argument is B, kijk daarna samen met de leerlingen naar het antwoord. 
02:03
Wat is hier het argument?
A
Mijn sneakers zijn nog super wit
B
Omdat ze net nieuw zijn

Slide 11 - Quiz

Het argument is B, kijk daarna samen met de leerlingen naar het antwoord. 
02:22
Wat is hier het argument?
A
Hij is ziek
B
hij komt niet naar school vandaag

Slide 12 - Quiz

Het argument is A, kijk daarna samen met de leerlingen naar het antwoord. 
Je kan namelijk voor het 'hij is ziek' het woord 'omdat' toevoegen. Dat is dus het argrument.
Het argument
Een argument is waarom jij iets vindt. Het ondersteunt je standpunt. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Het SAVY model
S- standpunt: Ik vindt dat sigaretten verboden moeten worden,  
A- argument: want roken is slecht voor je gezondheid.
V- voorbeeld argument: De teer in sigaretten zorgt voor ziektes in je longen.
Y- Yes: Klopt het? Passen de argumenten bij elkaar?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Dit is de mening

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Geef redenen/argumenten waarom je dat vindt.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

De staart
Dit is het slot
Hierin geef je nog kort jullie conclusie.
Dat is dat je kort herhaalt wat je 
boodschap van de spreekbeurt is.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Begrippen uit deze les
  • inleiding
  • middenstuk
  • standpunt
  • slot
  • argument
  • conclusie

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Maak de goede combinaties
inleiding
middenstuk
slot
publiek krijgt korte informatie over het onderwerp
publiek hoort jullie mening en argumenten
herhaal nog een keer kort wat jullie hebben gezegd.

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

Maak de goede combinaties
Het publiek kent het onderwerp nog niet. 
Je geeft jullie mening met argumenten.
Je eindigd met een korte samenvatting van wat je hebt gezegd. 
Kop
Romp
Staart
Inleiding
Middenstuk
Slot

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Slide 27 - Open question

This item has no instructions