3.4: De waterkringloop (les 3: herhaling en afmaken opdrachten)

Aardrijkskunde   1h/v      H3
3.4: De waterkringloop (les 3: herhaling en afmaken opdrachten)
Je hebt uitleg gehad 
- Je weet in welke 3 vormen water kan voorkomen
- Je weet hoe de waterkringloop werkt
- Je weet hoe stijgingsregen, stuwingsregen en frontale regen ontstaan.
We staan stil bij alle lesdoelen van 3.4.
Ik laat zien hoe de korte- en lange waterkringloop werkt
Je tekent de korte - en lange waterkringloop na op je wisbordje
Afmaken alle opdrachten van 3.4: 1 t/m 6
Hoe ging de les? (proces)
Wat heb je geleerd? (doel)
Afmaken van de opdrachten (indien nodig)
1 / 17
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Aardrijkskunde   1h/v      H3
3.4: De waterkringloop (les 3: herhaling en afmaken opdrachten)
Je hebt uitleg gehad 
- Je weet in welke 3 vormen water kan voorkomen
- Je weet hoe de waterkringloop werkt
- Je weet hoe stijgingsregen, stuwingsregen en frontale regen ontstaan.
We staan stil bij alle lesdoelen van 3.4.
Ik laat zien hoe de korte- en lange waterkringloop werkt
Je tekent de korte - en lange waterkringloop na op je wisbordje
Afmaken alle opdrachten van 3.4: 1 t/m 6
Hoe ging de les? (proces)
Wat heb je geleerd? (doel)
Afmaken van de opdrachten (indien nodig)

Slide 1 - Slide

LET OP! SO komt eraan
Pak je agenda en noteer:

vrijdag 7 maart
SO AK
§3.1 t/m 3.4

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Voorkennis
- Je weet in welke 3 vormen water kan voorkomen

- Je weet hoe de waterkringloop werkt

Slide 4 - Slide

3 Fasen
Waterstof heeft, net zoals alle andere stoffen, drie verschillende vormen:

- vast
- vloeibaar
- gas

Slide 5 - Slide

Faseverandering van water
Cf = Gematigd (C) zonder droge periode (f)

Slide 6 - Slide

Voorkennis
- Je weet hoe de waterkringloop werkt

Slide 7 - Slide

Door verandering van fasen en verplaatsing ontstaat er een waterkringloop.
Cf = Gematigd (C) zonder droge periode (f)

Slide 8 - Slide

Voorkennis
Je weet hoe stijgingsregen, stuwingsregen en frontale regen ontstaan.

Slide 9 - Slide

Ontstaan van stijgingsneerslag
Cf = Gematigd (C) zonder droge periode (f)

Slide 10 - Slide

Stijgingsregen
Zon verwarmt water (bijv. zee). Dit wordt warmer en stijgt op (= verdamping). 

Door het opstijgen wordt het kouder. Hierdoor gaat het regenen (= condenseren)

Slide 11 - Slide

Stuwingsregen
De lucht moet vanwege de wind de berg over. Door dit opstijgen wordt het kouder en gaat het condenseren. De regenkant van de berg heet de loefzijde. De droge kant heet de lijzijde.

Slide 12 - Slide

Frontale neerslag

Slide 13 - Slide

Welke twee vormen van neerslag zie je op deze plaat? En waar?
Cf = Gematigd (C) zonder droge periode (f)

Slide 14 - Slide

Vragen? :-)

Slide 15 - Slide

Aan de slag:
LB blz 140-141

Maak nu af opdracht:  1 t/m 6
Niet af? -> huiswerk

Ben je klaar? Ga dan aan de slag met het nakijken
en verbeteren van de opdrachten van §3.1 t/m 3.4

Slide 16 - Slide

Lesafsluiting
Hoe ging de les? (proces)

Wat heb je geleerd? (doel)

Is er huiswerk?

Slide 17 - Slide