This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Dierenverdediging en -communicatie
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je
kun je uitleggen hoe dieren zich verdedigen tegen vijanden
kun je uitleggen wat alarm- en schutkleuren zijn.
ken je de rol van gifstoffen en geur in dierenverdediging.
Slide 2 - Slide
Begin met de leerdoelen om de focus van de les te benadrukken.
Wat weet jij al over hoe dieren zich verdedigen tegen vijanden?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Verdedigingstechnieken
Dieren gebruiken verschillende verdedigingstechnieken, zoals
camouflage,
mimicry,
stekels,
klauwen
tanden.
Slide 4 - Slide
Beschrijf de belangrijkste manieren waarop dieren zich verdedigen.
Alarmkleuren
Sommige dieren hebben felle kleuren om roofdieren af te schrikken. Dit worden alarmkleuren genoemd. Bijvoorbeeld de felrode kleur van een koraalslang.
Slide 5 - Slide
Laat afbeeldingen zien van dieren met alarmkleuren.
Schutkleuren
Andere dieren hebben juist kleuren die hen helpen te camoufleren in hun omgeving. Dit worden schutkleuren genoemd.
Slide 6 - Slide
Laat afbeeldingen zien van dieren met schutkleuren.
Mimicry
Sommige dieren lijken op andere dieren die giftig of gevaarlijk zijn. Dit wordt mimicry genoemd en helpt hen om roofdieren af te schrikken.
Slide 7 - Slide
Laat afbeeldingen zien van dieren die mimicry gebruiken, zoals de niet-giftige koraalslang.
Gifstoffen
Sommige dieren hebben gif in hun lichaam om zichzelf te verdedigen. Bijvoorbeeld pijlgifkikkers.
Slide 8 - Slide
Leg uit hoe gif werkt en hoe dieren het gebruiken om zichzelf te beschermen.
Geurstoffen
Andere dieren gebruiken geur om hun aanwezigheid kenbaar te maken of roofdieren af te schrikken. Bijvoorbeeld stinkdieren.
Slide 9 - Slide
Beschrijf hoe dieren geur gebruiken en welke dieren bekend staan om hun geurverdediging.
Klassendiscussie
Laten we nu praten over de dieren die we thuis of in het wild hebben gezien. Kunnen we hun verdedigingstechnieken herkennen?
Slide 10 - Slide
Stel vragen als 'Heb je ooit een dier gezien met felle kleuren? Wat deed het?' om de discussie te stimuleren.
Wat zijn alarmkleuren?
A
Kleuren die je waakzaam maken
B
Kleuren die je helpen concentreren
C
Opvallende kleuren die waarschuwen voor gevaar
D
Kleuren die zorgen voor een goed humeur
Slide 11 - Quiz
This item has no instructions
Wat zijn gifstoffen?
A
Stoffen die schadelijk zijn voor organismen
B
Stoffen die nodig zijn voor het functioneren van organismen
C
Stoffen die organismen beschermen tegen ziektes
D
Stoffen die helpen bij de groei van organismen
Slide 12 - Quiz
This item has no instructions
Wat zijn geurstoffen?
A
Stoffen die helpen bij het voortbewegen van organismen
B
Stoffen die een geur afgeven
C
Stoffen die organismen beschermen tegen hitte
D
Stoffen die nodig zijn voor het zicht van organismen
Slide 13 - Quiz
This item has no instructions
Wat is mimicry?
A
Het verbergen van organismen in hun omgeving
B
Het produceren van geluiden om andere organismen af te schrikken
C
Het afscheiden van stoffen om andere organismen te lokken
D
Het nabootsen van kenmerken van andere organismen
Slide 14 - Quiz
This item has no instructions
Wat zijn schutkleuren?
A
Kleuren die organismen beschermen tegen ziektes
B
Kleuren die helpen om organismen te verbergen in hun omgeving
C
Kleuren die helpen bij het voortbewegen van organismen
D
Kleuren die waarschuwen voor gevaar
Slide 15 - Quiz
This item has no instructions
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 16 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 1 ding op waarover je meer wilt weten.
Slide 17 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 18 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.