Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
VoedingsleerMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning
  • Verschillende voedingsstoffen;
  • Functies van voedingsstoffen;
  • Praktijk in!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Na deze les:
  • Weet je het verschil tussen voedingsstoffen en voedingsmiddelen;
  • Kun je de belangrijkste voedingsstoffen noemen;
  • Weet je de belangrijkste functies van koolhydraten.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat versta jij onder
gezonde voeding?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Wat zijn voedingsmiddelen?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Voedingsmiddelen

Alles wat je eet en drinkt. Bijvoorbeeld brood, melk, patat en drop. 

Voedingsmiddelen bevatten allerlei voedingsstoffen. 
Voedingsstoffen

Voedingsstoffen zorgen ervoor dat je groeit, je energie krijgt en regelen allerlei processen in je lichaam. 

Er zijn 5 groepen voedingsmiddelen. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Welke voedingsstoffen
zijn er allemaal?

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

Er zijn zo’n 50 voedingsstoffen bekend die nodig zijn voor alle levensprocessen:
  • eiwitten (aminozuren), 
  • vetten, 
  • koolhydraten ( zetmeel en suikers)
  • een groot aantal vitamines en mineralen.
Deze voedingsstoffen spelen een belangrijke rol bij tal van fysiologische functies die nodig zijn voor de levensprocessen van de mens, zoals opbouw en reparatie van het lichaam, energievoorziening en het regelen van alle processen die in het lichaam plaatsvinden.
Functies van de voedingsstoffen
  • Koolhydraten: Brandstof, bouwstof en reservestof
  • Vetten: Brandstof, bouwstof en reservestof 
  • Eiwitten: Brandstof en bouwstof
  • Vitamines: beschermende stof en bouwstof
  • Mineralen: beschermende stof en bouwstof

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vul de onderstaande tabel in:
Bouwstof
Brandstof
Beschermende stof
Reservestof
Energiewaarde
Koolhydraten
X
X
X
4 kcal per 1 gram
Eiwitten
Vetten
Vitamines
Mineralen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Welke voedingsstof komt het meeste voor in vruchtenhagelslag?
A
Koolhydraten
B
Eiwitten
C
Vitamines
D
Mineralen

Slide 13 - Quiz

100 gram vruchtenhagel bevat 98,2 gram koolhydraten
Welke voedingsstof komt het meeste voor in halfvolle kwark?
A
Koolhydraten
B
Eiwitten
C
Vetten
D
Mineralen

Slide 14 - Quiz

100 gram vruchtenhagel bevat 98,2 gram koolhydraten
Welke voedingsstof komt het meeste voor in paprika?
A
Koolhydraten
B
Eiwitten
C
Vetten
D
Vitamines

Slide 15 - Quiz

100 gram vruchtenhagel bevat 98,2 gram koolhydraten

Welke voedingsstof komt het meeste voor in olijfolie?
A
Koolhydraten
B
Eiwitten
C
Vetten
D
Mineralen

Slide 16 - Quiz

100 gram vruchtenhagel bevat 98,2 gram koolhydraten
Wat zijn koolhydraten?
  • Er zijn veel soorten koolhydraten. De meeste bekende zijn: suiker, druivensuiker (glucose) en zetmeel. 
  • Alle soorten koolhydraten worden tijdens de spijsvertering omgezet in glucose. 
  • Wordt omgezet tot energie
  • Je lichaam heeft energie nodig om te
    kunnen werken.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Laag suiker gehalte (0 suikerklontjes)
Matig suikergehalte (1 tot 3 suikerklontjes)
Hoog suikergehalte (4 tot 6 suikerklontjes)

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Opdracht
Hier zie je een tabel met daarop de voedingsstoffen van een zak Napoleonsnoepjes.
  • Reken uit hoeveel suikerklontjes 1 zak snoep bevat.

1 Zak snoep bevat 225 gram en 1 suikerklontje weegt 4 gram. Vergeet niet je berekening erbij te zetten.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen behaald?
Na deze les:
  • Weet je het verschil tussen voedingsstoffen en voedingsmiddelen;
  • Kun je de belangrijkste voedingsstoffen noemen;
  • Weet je de belangrijkste functies van koolhydraten.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions