This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Je zet het beeld en het object naast elkaar
Vaak het woordje "als" in de zin
Van veraf is die rots net een olifant
rots = object
olifant = beeld
Bijvoorbeeld:
- Zullen we die olifant eens beklimmen?
Metaforen komen vaak voor in spreekwoorden
- De zon doet zijn best tevoorschijn te komen
- De toekomst lacht me tegemoet