Kennisquiz voor so deel A

Quiz voor so deel a
1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Quiz voor so deel a

Slide 1 - Slide

Een sociale kaart is een overzicht van hulpverleningsinstanties in
A
een bepaalde stad
B
een bepaalde regio of gemeente
C
een bepaald land

Slide 2 - Quiz

Als je geen kleine lettertjes meer kunt lezen, ben je.....
A
bijziend
B
slechtziend
C
verziend

Slide 3 - Quiz

Kritiek is hetzelfde als feedback
A
Juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

Welke vier ongezonde leefstijlfactoren zijn er?
A
Alcohol, lage energie, onvoldoende bewegen en ongezonde voeding
B
onvoldoende beweging, en ongezonde voeding, te veel suiker, te veel werken
C
roken, alcohol, onvoldoende beweging, en ongezonde voeding
D
te veel zitten, beperkte kennis van taal, alcohol, roken

Slide 5 - Quiz

Welk van onderstaande beroepen hebben de meeste kans op gezondheidsrisico's?

A
Buschauffeur
B
postbode
C
trainer van een wielrenner

Slide 6 - Quiz

Welke activiteit kun je kinderen aanbieden om hun fijne motoriek te verbeteren?
A
een tekening laten maken
B
in een boom laten klimmen
C
touwtje springen

Slide 7 - Quiz

Wat is een omhangloep of nekhangloep?
A
Een vergrootglas
B
voor de grote letters
C
een ketting

Slide 8 - Quiz

Waarom wordt ouderdomsdiabetes ook wel een welvaartsziekte genoemd?
A
je krijgt het alleen als je te veel eet
B
je krijgt het alleen als je te weinig sport
C
Je krijgt het alleen door een ongezonde leefstijl
D
je krijgt het pas als je ouder wordt.

Slide 9 - Quiz

Mevrouw Beunder beeft erg wanneer ze iets wil pakken, ze beweegt zich traag, is stijf en heeft een starre gezichtsuitdrukking.

Wat heeft mevrouw Beunder waarschijnlijk?
A
Ziekte van Parkison
B
Beroerte
C
Spasticisme
D
dementie

Slide 10 - Quiz

Door welk Engels hulpwoord kun je een beroerte herkennen.
A
FAST
B
CVA
C
BED

Slide 11 - Quiz

Welke kenmerken horen bij een vrijwilliger in de zorg?
2 antwoorden goed
A
Dagelijks beroep in de zorg
B
geen normaal loon
C
Kosten worden vergoed
D
leeftijdsgebonden

Slide 12 - Quiz

Welk reinigingsniveau past dennis toe als hij de badkamer sopt en poetst met een desinfecterend middel?
A
Huishoudelijk schoon
B
ruwschoon
C
smetschoon

Slide 13 - Quiz

De schoonmaakster maakt eerst de toiletbril schoon, wat gaat ze daarna schoonmaken?
A
de binnenkant van de wc
B
de deurknop
C
de muur achter de wc
D
de vloer

Slide 14 - Quiz

Je organiseert een creatieve middag voor een intercultureel gezelschap. Waar moet je vooral op letten?
Meerdere antwoorden goed
A
Dat je makkelijke woorden gebruikt
B
dat je veel pauzes inlast tussen woorden en zinnen
C
Dat je rekening houdt met verschillende normen en waarden
D
dat je veel verschillende materialen aanbiedt

Slide 15 - Quiz

Wat zijn de 5 schoonmaatregels voor de werkvolgorde

Slide 16 - Open question

Antwoord
werk van schoon naar vuil
altijd van buiten naar binnen
hoog naar laag
logische volgorde
linksom of rechtsom in een ruimte

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide