Les 6: Herhaling schoonmaak (regels)/ schoonmaakplanning

Les 6: Herhaling schoonmaak (regels)/ schoonmaakplanning
1 / 29
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 6: Herhaling schoonmaak (regels)/ schoonmaakplanning

Slide 1 - Slide

Lesdoel:
De leerling:
-Weet wat schoonmaakfrequentie inhoudt
-Weet welke verschillende schoonmaakmiddelen er zijn en waar ze voor gebruikt worden
-kan schoonmaakregels/ volgorde toelichten
-weet waarom we schoonmaken
-kan een werkplanning maken

Slide 2 - Slide

Schoonmaakfrequentie zegt wat over hoe vaak iets moet worden schoongemaakt
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

schoonmaakfrequentie is
A
hoe vaak je het gebruikt
B
hoe vaak je het schoonmaakt
C
waarmee je het schoon moet maken
D
waarom je het schoon moet maken

Slide 4 - Quiz

De schoonmaakfrequentie van de ramen is wekelijks
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

De garage moet huishoudelijk schoon zijn
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Als je spinnenwebben weghaalt en de ramen lapt, op welk reinheidsniveau werk je dan?
A
Ruwschoon.
B
Smetschoon.
C
Huishoudelijk schoon.

Slide 7 - Quiz

Met welk woord vat je samen hoe vaak je iets schoonmaakt?

Slide 8 - Open question

Hoe maak je hier schoon?
A
Ruw schoon
B
Huishoudelijk schoon
C
Smet schoon

Slide 9 - Quiz

Hoe maak je hier schoon?
A
Ruw schoon
B
Huishoudelijk schoon
C
Smet schoon

Slide 10 - Quiz

Smetschoon
A
Iemand met smetvrees maakt op deze manier schoon.
B
Het betekent dat het smetteloos schoon is.
C
Het betekent dat het vrij is van bacteriën en ander onzichtbaar vuil.
D
Het betekent dat het overdreven schoon is.

Slide 11 - Quiz

Davy heeft zijn kamer opgeruimd, afgestoft, gestofzuigd en de vloer gedweild. Hoe schoon is zijn kamer nu?
A
Huishoudelijk schoon.
B
Ruw schoon
C
Smetschoon
D

Slide 12 - Quiz

Voor bepaalde ruimtes gelden strengere hygiëne-eisen. Deze ruimtes moeten vrij zijn van micro-organismen. Hoe noem je deze vorm van hygiëne?
A
Huishoudelijk schoon
B
Smetschoon
C
Bedrijfshygiëne

Slide 13 - Quiz

Hoe maak je hier schoon?
A
Ruw schoon
B
Huishoudelijk schoon
C
Smet schoon

Slide 14 - Quiz

Margriet moet een ruimte schoonmaken. In welke volgorde voert ze onderstaande stappen uit?
Zet de stappen in de juiste volgorde.

1. Vensterbanken stoffen
2. Vloer moppen
3. Stofzuigen
4. Ramen lappen
5. Spinnenrag van plafond verwijderen


A
3,1,5,4,2
B
4,5,1,3,2
C
1,3,4,5,2
D
5,4,1,3,2

Slide 15 - Quiz


Een juiste schoonmaakregel is
A
Van boven naar beneden
B
Van beneden naar boven

Slide 16 - Quiz

Er zijn verschillende schoonmaakniveaus.
Welke hoort niet in het rijtje thuis?
A
Smetschoon
B
Huishoudelijk schoon
C
Brandschoon
D
Ruwschoon

Slide 17 - Quiz


Een juiste schoonmaakregel is
A
Eerst nat dan droog
B
Eerst droog dan nat

Slide 18 - Quiz

Welk reinigingsniveau past dennis toe als hij de badkamer sopt en poetst met een desinfecterend middel?
A
Huishoudelijk schoon
B
ruwschoon
C
smetschoon

Slide 19 - Quiz


Davy heeft zijn kamer opgeruimd, afgestoft, gestofzuigd en de vloer gedweild. Hoe schoon is zijn kamer nu?
A
Huishoudelijk schoon.
B
Ruw schoon
C
Smetschoon
D
Gewoon schoon

Slide 20 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van schoonmaken?
A
Opruimen, van boven naar beneden, van schoon naar vies, van droog naar nat
B
Opruimen, van vies naar schoon, van boven naar beneden, van droog naar nat
C
Opruimen, van vies naar droog, van nat naar schoon, van boven naar beneden

Slide 21 - Quiz

Zet de stappen van schoonmaken in de juiste volgorde

A. Nat schoonmaken.
B. Schoonmaakspullen pakken.
C. Stofvrij maken
A
A-B-C
B
C-B-A
C
B-C-A

Slide 22 - Quiz

De juiste Schoonmaakregel is
A
Werk van binnen naar buiten.
B
Werk van laag naar hoog.
C
Werk van schoon naar vuil.
D
Eerst sanitaire ruimtes schoonmaken daarna kamer.

Slide 23 - Quiz

Opdracht 13/14 Jochem gaat verhuizen
Jochem gaat verhuizen. Jij gaat een overzicht maken wat er gedaan moet worden, hoe, wie en wanneer.

Deze opdracht staat in Classroom les 6: opdracht 13 Jochem gaat verhuizen.

Slide 24 - Slide

Opdracht 16 De keuken schoonmaken

Deze opdracht staat in Classroom les 6: opdracht 16 De keuken schoonmaken

Slide 25 - Slide

Opdracht 17: Sanitair reinigen
Wat verstaan we onder sanitair?

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Welke schoonmaakregels past men toe in deze video?

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide