Communiceren bij beperkt beheersen Nederlandse taal
- Korte zinnen en woorden. Blijf wel in correcte zinnen spreken.
- Zoveel mogelijk in tegenwoordige tijd.
- Spreek duidelijk en langzaam, maar blijf spontaan.
- Vermijd figuurlijk taalgebruik zoals spreekwoorden: "de appel valt niet ver van de boom."
- Ondersteun je uitleg met tekeningen, voorwerpen en gebaren.
- Gebruik de terugvraag methode.
- (professionele) Tolk inschakelen/ moedig aan om Nederlands te spreken. Elk gesprek is een oefenkans!