Par. 9.1 Een inkomen verdienen

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Welkom!

Bij binnenkomst
Stap 1: Eten/drinken weg & kauwgom/lolly uit.
Stap 2: Mobiel in de telefoontas.

Stap 3: Open je boek op blz. 275 en open je schrift voor een opdracht.

Dit gaan we doen deze les

-Uitleg 9.1
-Zelfstandig werken 9.1

Toetsweek 4 leerstof:

9.1, 9.3, 9,4 & 9.6

9.1 Een inkomen verdienen

Leerdoelen

1. Je kunt uitleggen wat het bbp inhoudt en wanneer er sprake is van groei van het nominale bbp en het reële bbp.

2. Je kunt de toegevoegde waarde berekenen en de rol van de toegevoegde waarde in de economie uitleggen.

Toegevoegde waarde

Bedrijven produceren goederen en diensten.

Wat produceert een bakker?

Wat produceert een school?

Wat produceert Enzo Knol (uit de intro)?

→ Iedere producent voegt waarde toe aan het product.

De toegevoegde waarde (per product) is de verkoopprijs van het product min de ingekochte goederen en diensten die nodig waren om het product te produceren.

De AOW

• De AOW is geregeld in de Algemene ouderdomswet (AOW).
• De AOW is gebaseerd op het omslagstelsel.
• Een omslagstelsel is gevoelig voor veranderingen in de      bevolkingsopbouw.

Toegevoegde waarde en BBP

Bruto Binnenlands Product BBP:

De totale toegevoegde waarde van alle producenten in het land in een jaar.

 

Het bbp geeft aan wat de waarde is van alle goederen en diensten die in een land in een jaar geproduceerd worden.

BBP en de welvaart

Het BBP per inwoner geeft een idee van de welvaartsverschillen in de wereld.

BBP & Inkomen

Toegevoegde waarde wordt gebruikt voor:

• Het uitbetalen van lonen van werknemers
  
• Het betalen van huur (pand) of pacht (grond)
  
• Betalen van rente over schulden
  
• Winst

→ Loon, pacht, rente (huur) en winst zijn de primaire inkomens: deze inkomens worden verdiend in het productieproces met de inzet van de productiefactoren.

BBP & Inkomen

Inzet van meer en betere productiefactoren leidt tot:

• Stijging van het reële BBP (de hoeveelheid geproduceerde goederen  en diensten stijgt)
• Economische groei
  
• Een hoger inkomensniveau
  
• Een hoger consumptieniveau
  
• Meer welvaart
  

Zelfstandig werken

Paragraaf 9.1 - Maken opgave 1 t/m 10

Dit is huiswerk voor de eerst volgende les.

Herhalen 9.1

1. Hoe kun je meer of betere productiefactoren inzetten? Noem twee voorbeelden.
   
2. Waar leidt meer of een betere productie tot? Noem twee gevolgen.
   
3. Leg in eigen woorden uit wat primaire inkomens zijn.
   
4. Leg in eigen woorden uit wat toegevoegde waarde is.
   
5. Noem de vier productiefactoren en hun beloningen.
   
6. Leg in eigen woorden uit wat consumentenvertrouwen is.
   
7. Geef drie kenmerken van laag- en hoogconjunctuur