This lesson contains 11 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
V3I
Slide 1 - Slide
H-9 Een inkomen verdienen
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat het bbp inhoudt en wanneer er sprake is van groei van het nominale bbp en het reële bbp.
Je kunt de toegevoegde waarde berekenen en de rol van de toegevoegde waarde in de economie uitleggen.
Slide 3 - Slide
Toegevoegde waarde
Bedrijven produceren goederen en diensten. Een school produceert lessen, Spil Games spelletjes, een bakker brood. Iedere producent voegt waarde toe aan het product. De toegevoegde waarde (per product) is de verkoopprijs van het product min de ingekochte goederen en diensten die nodig waren om het product te produceren.
De bakker koopt per brood voor € 0,50 aan meel in, bakt er een brood mee en verkoopt het brood voor € 1,90. De bakker heeft van meel tot brood het product € 1,90 – € 0,50 = € 1,40 meer waard gemaakt. Economisch gezegd: hij voegt € 1,40 aan waarde toe.
Slide 4 - Slide
Toegevoegde waarde
Slide 5 - Slide
Toegevoegde waarde
De boer, molenaar en bakker gebruiken de toegevoegde waarde voor:
• Het uitbetalen van de lonen van werknemers;
• Het betalen van de huur van het pand of de pacht van de grond;
• Het betalen van rente over hun schulden;
• Hun eigen winst;
• Het reserveren van geld om later versleten kapitaalgoederen te kunnen vervangen.
Het loon, de pacht (huur), de rente en de winst zijn de primaire inkomens. Deze inkomens worden verdiend door de productiefactoren kapitaal, arbeid, natuur, en ondernemerschap.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
BBP
• Het bbp meet alleen de officiële geregistreerde productie. Een bevolking kan ook over goederen en diensten beschikken door zelfvoorziening. Zelfvoorziening wordt niet meegeteld bij het bbp om de volgende redenen:
• Het bbp per inwoner is een gemiddelde. Dit gemiddelde zegt niets over de manier waarop inkomens over de bevolking zijn verdeeld. Een klein aantal inwoners met een zeer hoog inkomen veroorzaakt een hoog bbp per hoofd, terwijl een groot aantal inwoners een laag inkomen kan hebben.
• Het bbp wordt in een bedrag uitgedrukt (bij de tabel in opgave 10 bijvoorbeeld in dollars), maar in ontwikkelingslanden zijn de producten vaak goedkoper dan in Nederland. Eenzelfde bbp per hoofd geeft in een ontwikkelingsland dus meer koopkracht dan in Nederland.
• Iemand heeft een hoge welvaart als hij tevreden is met de goederen en diensten waarover hij kan beschikken. Zo kan een Nederlander met veel goederen een lagere welvaart hebben dan een Afrikaan met weinig goederen.
Slide 8 - Slide
Nominaal en Reëel BBP
Het nominaal inkomen is het inkomen dat je verdient in euro's. Wanneer er ook rekening wordt gehouden met inflatie spreken we van het reëel inkomen. Het reëel inkomen geeft dus eigenlijk ook je koopkracht aan.