In voedingsmiddelen zitten voedingsstoffen.
De vetten, eiwitten en (veel) koolhydraten kunnen niet zomaar opgenomen worden in het bloed. Deze voedingsstoffen moeten verteerd worden. Er ontstaan dan verteringsproducten.
Vitamines, mineralen en water kunnen wel direct worden opgenomen in het bloed.
Vertering van deze stoffen is niet nodig.