Meten, omtrek en oppervlakte

Meten: omtrek en oppervlakte
Lesdoel: Ik weet hoe ik de omtrek en oppervlakte van een figuur uit moet rekenen.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Meten: omtrek en oppervlakte
Lesdoel: Ik weet hoe ik de omtrek en oppervlakte van een figuur uit moet rekenen.

Slide 1 - Slide

Zet van groot naar klein
grootste
kleinste
KM
hm
mm
cm
dam
dm
m

Slide 2 - Drag question

Omtrek
Ik ga er om heen

Ik tel alle zijden bij elkaar op

Slide 3 - Slide

lengtematen
omtrek

Slide 4 - Slide

Omtrek
Dit weiland is rechthoekig. 200 meter lang en 100 meter breed.

Als je een hek om dit weiland zet, hoe lang is het totale hek dan?

A
200 x 100 = 20.000 meter
B
20+20+10+10= 60 meter
C
200 + 200 + 100 + 100 = 600 meter
D
200 + 200 + 100 + 100= 600 cm

Slide 5 - Quiz

Hoeveel cm touw heb je nodig voor de omtrek?
A
14 cm
B
8 cm
C
22 cm
D
2,2 cm

Slide 6 - Quiz

Wat is de omtrek van de tafel?

Slide 7 - Open question

Wat is de omtrek?

Slide 8 - Open question

Oppervlakte
oppervlakte = erop

Hoeveel vierkantjes van 
1 cm x 1 cm zijn er?

Ik doe:
Lengte x breedte

Slide 9 - Slide

Waarom moet ik weten hoe ik de oppervlakte bereken?

Ik wil nieuwe tegels voor mijn tuin. 
Dan moet ik eerst weten hoe groot mijn tuin is. 
Hoeveel vierkante meter? 
Als ik dat weet kan ik tegels gaan kopen. 

Slide 10 - Slide

Dit weiland heeft een lengte van 200 meter en een breedte van 100 meter.
Wat is de oppervlakte van het weiland?
A
De oppervlakte van het weiland is 10 x 20 = 20.00 m2
B
200 + 200 + 100 + 100 = 600 meter
C
De oppervlakte van het weiland is 1000 x 2000 = 200.000 m2
D
De oppervlakte van het weiland is 100 x 200 = 20.000 m2.

Slide 11 - Quiz

Wat is de oppervlakte van het zwembad?
A
16 m2
B
18 m2
C
24 m2
D
10 m2

Slide 12 - Quiz

Hoe bereken je de omtrek?

Slide 13 - Open question

Hoe bereken je de oppervlakte?

Slide 14 - Open question