Meten, omtrek en oppervlakte

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Meten: omtrek en oppervlakte

Lesdoel: Ik weet hoe ik de omtrek en oppervlakte van een figuur uit moet rekenen.

Zet van groot naar klein

grootste

kleinste

KM

hm

mm

cm

dam

dm

m

Omtrek

Ik ga er om heen

Ik tel alle zijden bij elkaar op

lengtematen

omtrek

Omtrek
Dit weiland is mooi rechthoekig. 200 meter lang en 100 meter breed.

Als je een hek om dit weiland zet, hoe lang is het totale hek dan?

1. 200 x 100 = 20.000 meter
2. 20+20+10+10= 60 meter
3. 200 + 200 + 100 + 100 = 600 meter
4. 200 + 200 + 100 + 100= 600 cm

Hoeveel cm touw heb je nodig voor de omtrek?

1. 14 cm
2. 8 cm
3. 22 cm
4. 2,2 cm

Wat is de omtrek van de tafel?

Wat is de omtrek?

Oppervlakte

oppervlakte = erop

Hoeveel vierkantjes van 

1 cm x 1 cm zijn er?

Ik doe:

Lengte x breedte

Waarom moet ik weten hoe ik de oppervlakte bereken?

Ik wil nieuwe tegels voor mijn tuin. 

Dan moet ik eerst weten hoe groot mijn tuin is. 

Hoeveel vierkante meter? 

Als ik dat weet kan ik tegels gaan kopen. 

Oppervlakte
Dit weiland heeft een lengte van 200 meter en een breedte van 100 meter.
Hoe groot is het stuk grond? Het is de bedoeling dat je de oppervlakte van het weiland berekent

1. De oppervlakte van het weiland is 10 x 20 m2. Dat is 20.00 m2
2. 200 + 200 + 100 + 100 = 600 meter
3. De oppervlakte van het weiland is 1000 x 2000 m2. Dat is 200.000 m2
4. De oppervlakte van het weiland is 100 x 200 m2. Dat is 20.000 m2.

Wat is de oppervlakte van de wei waarin de koeien staan?

1. 16 cm
2. 1,5 cm
3. 15 cm
4. 1,6 cm

Wat is de oppervlakte van de tafel?

Hoe bereken je de omtrek?

Hoe bereken je de oppervlakte?

De praktijk

Meten is weten!

- Maken

- Bespreken

Afmaken van de toetsen:

- Verhoudingen en procenten

- De eindtoets en de herkansing

Vragen?

Wat vonden jullie ervan?