les 6 thema 6 hv1a


BS5: Ongeslachtelijke voortplanting
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson


BS5: Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 1 - Slide


Geslachtelijke voortplanting

Als er bevruchting plaatsvindt, spreken we van geslachtelijke voortplanting.

Ongelachtelijke voortplanting

Als een deel van de plant uitgroeit tot een nieuwe plant spreken we van ongeslachtelijke voortplanting.

Slide 2 - Slide

Geslachtelijke voortplanting
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 3 - Slide

Onngeslachtelijke voortplanting. 

Voorbeelden:

knollen 
bollen 
uitlopers 
wortelstokken
stekken

Slide 4 - Slide


Omdat de "nieuwe" planten na ongeslachtelijke voortplanting de zelfde chromosomen hebben bezitten ze dezelfde erfelijke eigenschappen.

Slide 5 - Slide

celdeling
Voor groei is celdeling nodig. Bij ongeslachtelijke voortplanting is er een cel die zich deelt tot een cel met dezelfde eigenschappen van de een nieuwe plant.  

Slide 6 - Slide

Knollen
Verdikte stengel onder de grond met reservevoedsel

(Aardappel, raapjes)

Slide 7 - Slide

Bollen
Verdikte bladeren onder de grond

Bolschijf met rokken
(Tulp, ui)

Slide 8 - Slide

Wortelstok
Wortels groeien naar de zijkant. 
Een stukje verderop groeit er uit de wortel een nieuwe plant

Slide 9 - Slide

Uitlopers
Er komen speciale stengels uit  de plant.
Waar deze stengels de grond raken groeit een nieuwe plant.

Slide 10 - Slide

0

Slide 11 - Video

-Je kunt voorbeelden geven van ongeslachtelijke voortplanting. 
  1.  Stek (volgende les)
  2. Deling
  3. Uitlopers
  4. Bol
  5. Knol
  6. Wortelstok

Slide 12 - Slide

Huiswerk
- Maak opdr. 1 t/m 8 (4 niet)
 Evt. verder met: Test jezelf BS 1 t/m 5 en Flitskaarten

Slide 13 - Slide

Je ziet een lelietje-van-dalen,
Kan het lelietje-van dalen zich ongeslachtelijk voortplanten?
Kan het lelietje-van dalen zich geslachtelijk voortplanten?
A
ja, ongeslachtelijk en ja, geslachtelijk
B
ja, ongeslachtelijk en nee, niet geslachtelijk
C
nee, niet ongeslachtelijk en ja, geslachtelijk
D
nee, niet ongeslachtelijk en nee, niet geslachtelijk

Slide 14 - Quiz

Bij ongeslachtelijke voortplanting heb je twee planten nodig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz


Oeverkruid plant zich voort door uitlopers en door zaden.
Geef bij elk van deze manieren van voortplanting aan of die geslachtelijk of ongeslachtelijk is.
A
uitlopers = geslachtelijk zaden = geslachtelijk
B
uitlopers = ongeslachtelijk zaden = geslachtelijk
C
uitlopers = geslachtelijk zaden = ongeslachtelijk
D
uitlopers = ongeslachtelijk zaden = ongeslachtelijk

Slide 16 - Quiz

In de afbeelding is een krokusknol met enkele scheuten getekend. De scheuten kunnen van de knol worden gehaald en verder groeien als afzonderlijke planten.
Is dit een voorbeeld van geslachtelijke voortplanting of ongeslachtelijke voortplanting?
A
geslachtelijke voortplanting
B
ongeslachtelijke voortplanting

Slide 17 - Quiz

Wat is geen voorbeeld
van ongeslachtelijke voortplanting bij planten?
A
Deling en stekken
B
Bollen en knollen
C
Uitlopers en wortelsstokken
D
Stuifmeelkorrels en eicellen

Slide 18 - Quiz