Paragraaf 4 De bouw van het heelal

Paragraaf 4 De bouw van het heelal
1 / 29
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

Paragraaf 4 De bouw van het heelal

Slide 1 - Slide

Wat ga je leren?
7.4.1 Je kunt uitleggen wat een ster is en dat de zon eigenlijk maar een heel gewone ster is.
7.4.2 Je kunt sterren, planeten en sterrenbeelden vinden met behulp van een sterrenkaart.
7.4.3 Je kunt uitleggen wat een sterrenstelsel is en wat je kunt zien van ‘ons eigen sterrenstelsel’.
7.4.4 Je kunt beschrijven wat de Melkweg is.
7.4.5 Je kunt beschrijven hoe het heelal is opgebouwd en dat de afstanden tussen de sterren en de aarde enorm verschillen.
7.4.6 Je kunt uitleggen wat exoplaneten zijn en hoe ze door sterrenkundigen worden opgespoord. (PLUS)

Slide 2 - Slide

Als je 's avonds omhoog kijkt dan lijken alle sterren nagenoeg op dezelfde afstand van de aarde te staan. In werkelijkheid verschillen de afstanden, soms zelfs in een sterrenbeeld.

Slide 3 - Slide

Proxima Centrauri
Dit is de dichtstbijzijnde ster vanaf onze zon gezien. Met het snelste ruimtevaartuig dat wij nu hebben zouden wij er ongeveer 19.000 jaar over doen om deze ster te bereiken.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Sterren verschillen in grote en in kleur. Wanneer je naar de sterrenhemel kijkt kun je in de verschillende sterrenbeelden kleine verschillen in kleur waarnemen. 

Slide 7 - Slide

Sterrenbeelden
Groepjes herkenbare sterren noemen we sterrenbeelden. Deze hebben altijd dezelfde vorm en grootte. Orion is een herkenbare maar ook grote beer kun je vaak wel herkennen.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Welk sterrenbeeld is dit?
A
Steelpan (grote beer)
B
Orion
C
Kleine beer
D
Schorpioen

Slide 10 - Quiz

Sleep de goede naam naar het goede sterrenbeeld
Orion
Grote Beer
Driehoek

Slide 11 - Drag question

Waarvoor gebruiken sterrenkundige sterrenbeelden?
A
Om de toekomst te voorspellen.
B
Om zich tussen de sterren te oriënteren.
C
Om te weten welk sterrenbeeld jij bent.
D
Zodat ze er mooie namen aan kunnen geven.

Slide 12 - Quiz

sterrenkaart
Dit is een moment opname van de sterren aan de hemel. Er zijn apps die je de steeds veranderende sterrenhemel laten zien.

Slide 13 - Slide

De melkweg

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

de melkweg is een sterrenstelsel
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Wat is er groter de melkweg of het zonnestelsel?
A
Melkweg
B
Zonnestelsel

Slide 17 - Quiz

Wat is de Melkweg?
A
een sterrenstelsel van ongeveer 400 miljard sterren + de zon
B
een sterrenstelsel van ontelbaar veel sterren+ de zon
C
een sterrenstelsel van 400 miljard sterren - de zon
D
een sterrenstel van ontelbaar veel sterren- de zon

Slide 18 - Quiz

Wat is de Melkweg?
A
B
C
D

Slide 19 - Quiz

De melkweg heeft....
A
honderden sterren
B
duizenden sterren
C
miljoenen sterren
D
miljarden sterren

Slide 20 - Quiz

Wat is niet waar?
De Melkweg...
A
Bestaat uit minimaal 200 miljard sterren
B
Is door de oude Grieken al ontdekt
C
Is hetzelfde als ons zonnestelsel
D
Kun je in het donker met het blote oog zien

Slide 21 - Quiz

De melkweg is een:
A
ster
B
sterrenbeeld
C
sterrenhemel
D
sterrenstelsel

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Video

sterrenstelsels


Er bestaan veel verschillende sterrenstelsels met allerlei verschillende vormen. Met een telescoop kun je ze bekijken. Hubble of de James Web telescoop zijn daar voorbeelden van.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Op de foto van de James web telescoop...
A
Kijken we terug in de tijd
B
Kijken we in het nu
C
Kijken we in de toekomst
D
Is de camera heel oud

Slide 26 - Quiz

Wat is een exoplaneet?
A
Een planeet bij een andere ster dan de zon
B
Een planeet waar geen leven is
C
Een planeet die niet om een ster draait
D
Een planeet met een harde korst

Slide 27 - Quiz

Hoe kun je een exoplaneet 'zien'?
A
Met een speciale telescoop
B
Door de reflectie van die ster op z'n planeet
C
Een sterverduistering als een planeet het licht van die ster afschermt
D
Een ster geeft heel kort minder licht als er een planeet voorlangs schuift

Slide 28 - Quiz

Wat ga je nu doen?
Maak nu in je leerwerkboek opdracht 1, 2, 5, 6 & 7.
Kijk hierna je antwoorden na en verbeter met een andere kleur pen.
Huiswerk wordt opdracht 9 & 11.

Slide 29 - Slide