Havo 4 Nectar 5.2

Paragraaf 5.2
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Paragraaf 5.2

Slide 1 - Slide

Deze periode (TW3)

Slide 2 - Slide

Deze periode (TW3)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Welke van onderstaande aminozuren is essentieel?
A
Serine
B
Leucine
C
Alanine
D
Glycine

Slide 5 - Quiz

Aminozuren (BiNaS 67H)

Slide 6 - Slide

Voedingsvezels zijn...
A
koolhydraten afkomstig uit de celwand van plantaardige cellen
B
eiwitten afkomstig uit de celwand van plantaardige cellen
C
koolhydraten afkomstig uit het celmembraan van dierlijke cellen
D
eiwitten afkomstig uit het celmembraan van dierlijke cellen

Slide 7 - Quiz

Welke voedingsstof wordt het meest verbrand bij hardlopen? (ofwel: wat is de belangrijkste brandstof?
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Vitamines
D
Eiwitten

Slide 8 - Quiz

Welke voedingsstof kan door heterotrofe organismen NIET worden gemaakt?
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Vetten
D
Vitamines

Slide 9 - Quiz

Leerdoelen 5.1

Slide 10 - Slide

Leerdoelen 5.2

Slide 11 - Slide

Energie

Slide 12 - Slide

Energievoorziening overzicht

Slide 13 - Slide

Energie: ATP

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Fosfaataccu

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

Dissimilatie

Slide 18 - Slide

Aerobe dissimilatie

Slide 19 - Slide

Anaerobe dissimilatie

Slide 20 - Slide

Dissimilatie

Slide 21 - Slide

Energievoorziening overzicht

Slide 22 - Slide

Wat gebeurt er bij dissimilatie?
A
Anorganische stoffen worden afgebroken. Dit kost energie.
B
Anorganische stoffen worden afgebroken. Dit levert energie op.
C
Organische stoffen worden afgebroken. Dit kost energie.
D
Organische stoffen worden afgebroken. Dit levert energie op.

Slide 23 - Quiz

Anaerobe dissimilatie
Aerobe dissimilatie
38 ATP
2 ATP
Volledige afbraak van glucose
Onvolledige afbraak van glucose

Slide 24 - Drag question

ATP
melkzuur
gisting
aerobe dissimilatie
anaerobe dissimilatie
creatine fosfaat
CP

Slide 25 - Drag question

Wat gebeurt er bij assimilatie?
A
Anorganische stoffen worden opgebouwd. Dit kost energie.
B
Anorganische stoffen worden opgebouwd. Dit levert energie op.
C
Organische stoffen worden opgebouwd. Dit kost energie.
D
Organische stoffen worden opgebouwd. Dit levert energie op.

Slide 26 - Quiz

Leerdoelen 5.2

Slide 27 - Slide


  • Lezen 5.3 (5 min!)
  • Maken 5.2: opdracht 22, 27-30, 33, 34
Aan het werk

Slide 28 - Slide