This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
5.3
De Wetenschappelijke Revolutie
en 6.1
De Verlichting
Slide 1 - Slide
Als herhaling van de stof
Maak opdr. 10 t/m 13 van paragraaf 5.2
die bespreken we na 10 minuten.
timer
10:00
Slide 2 - Slide
Casus op blz. 120 met elkaar lezen
Slide 3 - Slide
Tegenwoordig is wetenschap overal en is het naar ons idee heel ver ontwikkeld. Neem het vaccin tegen Corona.
Slide 4 - Slide
Maar tot de late Middeleeuwen was dit helemaal niet zo...
Dit heeft twee redenen.
Slide 5 - Slide
1. Wetenschap uit de klassieke oudheid werd jarenlang als ´genoeg´ bevonden.
Slide 6 - Slide
2. Behoudende visie van de Kerk
Het woord van God en dat wat in de Bijbel stond was eeuwenlang 'genoeg'
Slide 7 - Slide
Het was zelfs heel gevaarlijk om tegen de kerk in te gaan...
Slide 8 - Slide
16e eeuw - Humanisme
Mens - werd nu óók belangrijk geacht
Slide 9 - Slide
17e eeuw Wetenschappelijke Revolutie
Slide 10 - Slide
HUMANISTEN
Waren nieuwsgierig en namen een kritische houding aan.
Slide 11 - Slide
HUMANISTEN
Stelden vragen - wie, wat, waarom en hoe!?
Slide 12 - Slide
Ze gingen systematisch te werk...
Regels
Structuur Planning
Zorgde voor: objectieve uitslag
Slide 13 - Slide
Wetenschappelijke Revolutie
Belangrijke uitvindingen - zoals je microscoop en telescoop - kwamen door de wetenschap... en hielpen deze verder ontwikkelen.
Slide 14 - Slide
Wetenschappelijke Revolutie
Verder hielpen wetenschappelijke tijdschriften en boeken met het verspreiden van kennis
Slide 15 - Slide
Wetenschappelijke Revolutie
En de bouw van academies en universiteiten
Slide 16 - Slide
Mechanistisch wereldbeeld van Descartes
De aarde draait om de zon van Galileo Gallilei
Slide 17 - Slide
Kennis
Wetenschappelijke Revolutie:
Empirisme: kennis door waarneming
Rationalisme: kennis door het gebruik van de rede (het verstand)
Slide 18 - Slide
Het rationalisme is een denkwijze waarin de rede (verstand gebruiken) de enige of voornaamste bron van kennis is.
De Bijbel werd niet meer direct gezien als de waarheid. En zo nam men niet meer 1.2.3. aan wat de kerk zei.
Mensen gingen zelf nadenken over verschijnselen die ze vervolgens onderzochten. (Maar dat wil niet zeggen dat ze niet meer in God geloofden.)
Slide 19 - Slide
Deze les:
Toets bespreken
Komend half jaar
6.1 Verlichting beginnen
Huiswerk
Slide 20 - Slide
Komend halfjaar:
Elk les examen-achtige vraag met elkaar doen die past bij de stof.
Meer klassikaal met elkaar lezen. Begrijpen we wat lezen, moeilijke woorden, etc.
Oefenen met chronologievragen
Slide 21 - Slide
Introductie bekijken
Blz. 126 en 127
Stof volgende toets: H6 en 7
Slide 22 - Slide
6.1 De Verlichting
Slide 23 - Slide
Lesdoel
Aan het einde van de les kun je de kenmerken van de Verlichting noemen en ken je een aantal belangrijke verlichte denkers en hun ideeën.
Slide 24 - Slide
De Verlichting
In deze periode:
kritisch op de samenleving en de rol van de kerk
opvoeding en scholing: om de samenleving te verbeteren
Slide 25 - Slide
Periode (vanaf ongeveer 1700) waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand.
Ze waren daarbij kritisch: niet zomaar alles aannemen omdat een koning of de kerk dat zegt.
Ze vinden datiedereen vrij en gelijkwaardig moet zijn: arm of rijk, slim of dom
Slide 26 - Slide
Verlichting
Rationeel denken toegepast op mensen en de maatschappij
Kennis en rede superieur aan traditie (geloof)
De salons van Parijs vormen het centrum van het verlichte denken
Tijdens de 17e eeuw had er een wetenschappelijke revolutie zich voorgedaan. Mensen deden allerlei nieuwe ontdekkingen zoals de microscoop. Dit ging door tijdens de 18e eeuw, maar werd nu uitgebreid. Mensen begonnen over steeds meer na te denken Over geloof, over de aard van de mens, over de beste manier van besturen... We noemen de 18e eeuw De Verlichting: het was alsof er een licht werd geschenen over alles in de wereld.
Slide 27 - Slide
Belangrijke thema's
Vrijheid
Denken
Geloof
Economisch handelen
Bestuur
Aard van de mens / mens en natuur
Slide 28 - Slide
Met elkaar lezen: Wat is de Verlichting? (blz. 129)
Daarna maken vraag 1 t/m 5 (1 en 2 samen)
Slide 29 - Slide
Nadenken over: God
twijfel over de rol van God
twijfel over de Bijbel
afwijkende meningen niet verbieden of vervolgen
let op: meeste verlichte denkers wel gelovig!
Slide 30 - Slide
Voltaire
God heeft de wereld, de mens en de natuurwetten geschapen, maar bemoeit zich niet meer actief met de wereld
mechanistisch wereldbeeld
Slide 31 - Slide
Spinoza
God is geen persoon (op de achtergrond), maar
God is in alles in de natuur
Maar: zelfs in de Republiek mochten zijn ideeën niet gepubliceerd worden.
Ongodisme
Slide 32 - Slide
Nadenken over: Politiek en staat
3 belangrijke nieuwe ideeën:
John Locke: natuurlijke rechten
Rousseau: volkssoevereiniteit
Montesquieu: trias politica
Slide 33 - Slide
John Locke
natuurlijke rechten: recht op leven, bezit en vrijheid
('mensenrechten')
regering regeert op basis van vertrouwen
Slide 34 - Slide
maakt de wetten
voert de wetten uit
controleert of burgers zich aan de wetten houden
Slide 35 - Slide
Jean-Jacques Rousseau
Volkssoevereiniteit (macht ligt bij het volk)
Regering is alleen uitvoerder van de wil van de burgers
Slide 36 - Slide
Nadenken over: rechtspraak
bewijs vaak onbetrouwbaar: bekennen na marteling
lijfstraffen: irrationeel
Slide 37 - Slide
Nadenken over: ontwikkeling van volkeren
geschiedenis is lang proces van vooruitgang
samenleving verbetert steeds
kijk op 'primitieve' volkeren
Europees superioriteitsgevoel
Slide 38 - Slide
Verlichting
Rationeel denken en vrijheid leiden tot een betere wereld
Slide 39 - Slide
Leg uit dat deze bron een voorbeeld is van verlicht denken.
Slide 40 - Open question
0
Slide 41 - Video
1755
De ramp van Lissabon
Je ziet een computeranimatie van de ramp van Lissabon.
Daarna komt een vraag.
Slide 42 - Slide
0
Slide 43 - Video
Ramp van Lissabon (1755): a. Probeer te bedenken waarom deze ramp op veel verlichte denkers zoveel indruk maakte. b. Gaat continuïteit en verandering hier samen? Leg uit!
Slide 44 - Open question
Leg uit dat Belle van Zuylen aan de ene kant wel een product van de verlichting was, en aan de andere kant niet