This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Open question
Dieptepunt in de rivaliteit tussen de Oranjes en de regenten:
1650: stadhouder Willem II valt Amsterdam aan
macht van het Gewest Holland / de kooplieden te beperken.
Slide 6 - Slide
Nieuw dieptepunt in de rivaliteit tussen de Oranjes en de regenten:
Plotselinge dood Willem II (165)
Stadhouderloze Tijdperk
raadspensionaris Johan de Witt (staatsgezind) aan het roer: o.a.
'De ware vrijheid' --> 'Het Eeuwig Edict' (1667)
Diplomatie i.p.v. versterking (land-) leger
Wel opbouw vloot ("Engeland vormt het ware gevaar")
Slide 7 - Slide
Stadhouder Willem III (1650 - 1702) en Mary Stuart
Raadpensionaris Johan de Witt (1625 - 1672)
Slide 8 - Slide
1672: Rampjaar: Frankrijk, Engeland Keulen en Munster vallen Rep. aan
Willem III benoemd als stadhouder > 'redder van de Republiek'
Slide 9 - Slide
www.bnnvara.nl
Slide 10 - Link
Sleep de personen naar de juiste omschrijving
Deze persoon was de stadhouder van De Nederlanden
>>>>>>>>>>>>>>>>
Deze persoon was de eerste koning van het Duitse keizerrijk
>>>>>>>>>>>>>>>
Deze persoon geloofde dat de kerk boven de koning stond.
>>>>>>>>>>>>>>>>>
Deze persoon werd gestuurd door de koning om protestanten te straffen >>>>>>>>>
Deze persoon had als missie de hele wereld katholiek te maken
>>>>>>>>>
Deze persoon wilde de katholieke kerk veranderen >>>>>>>>>
Filips II
Karel V
Willem v. Oranje
Hertog van Alva
Maarten Luther
Johannes Calvijn
Slide 11 - Drag question
steden en staten
Ontdekkers en hervormers
regenten en vorsten
Sleep kenmerkende aspecten naar het juiste tijdvak.
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van de Nederlandse staat.
Het streven van vorsten naar absolute macht.
Het begin van staatsvorming en centralisatie.
De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in Europa tot gevolg had.
De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.
Slide 12 - Drag question
Hoe heet een koning die alleen alle macht heeft?
A
Monarch
B
Vorst
C
Absoluut vorst
D
Dictator
Slide 13 - Quiz
Hoe laat de rivaliteit tussen stadhouder en raadpensionaris zien dat je een stadhouder in de Republiek niet mag vergelijken met een koning in Frankrijk of Engeland.
Slide 14 - Open question
Stelling: ‘In de Republiek lag de hoogste staatsmacht niet bij één persoon, maar bij bestuursorganen.’
Leg uit waarom deze stelling tot op zekere hoogte onjuist is.
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Wat was het belangrijkste gewest in de Republiek?
A
Zeeland
B
Holland
C
Utrecht
D
Alle gewesten hadden evenveel macht
Slide 20 - Quiz
Wie nam de beslissingen over het buitenlands beleid van de Republiek?