NOS zeesterren

1 / 11
next
Slide 1: Interactive video with 10 slides
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

10

Slide 1 - Video

00:10
''Het begint er met één als we het strand op komen, dan ietsje meer en dan zien we er al tientallen liggen, honderden, duizenden.''

Slide 2 - Slide

00:25
''Kinderen zijn hier nu niet, wel wat volwassen wandelaars die eigenlijk allemaal niet weten wat ze zien.''
''Ik vind het heel bijzonder. Ik heb dit nog nooit gezien. Ik was al heel erg verbaasd dat ik één zeester zag, maar nu liggen er hele bergen.''

Slide 3 - Slide

00:36
''Heel bizar eigenlijk, zoveel zeesterren.''
''Ik weet nog dat als je vroeger een zeester vond die half al afgeknipt was en afgebeten, dan rende je naar je ouders en nu kun je ze overal vinden hier ineens. Ik vind het heel bijzonder.''

Slide 4 - Slide

00:57
''Kijk, hier is echt een heel grote. Het voelt natuurlijk een beetje koud aan. Kijk hoe mooi die is. We hebben al een heel stuk over het strand gelopen en die zeesterren liggen eigenlijk overal. Maar hier op deze plek, hier liggen er denk ik wel tienduizenden bij elkaar. Het is echt een bizar gezicht.''

Slide 5 - Slide

01:05
''We videobelden met Wouter van der Heij, hij is zeebioloog en weet hoe het komt dat er zoveel zeesterren zijn aangespoeld.''

Slide 6 - Slide

01:33
''Zeesterren hebben aan de onderkant heel kleine voetjes zitten, kleine zuignapjes, waarmee ze zich goed kunnen vasthouden, bijvoorbeeld aan mosselen of aan zeewier. Maar als het heel koud wordt, lukt ze dat minder goed. Ik denk dat je dat zelf ook wel hebt. Als je zwemt in koud water, dat is een beetje verlammend bijna. Dat gebeurt met zeesterren ook. En als je daarbij ook nog wind uit een bepaalde hoek krijgt, dan krijg je een stroming over de zeebodem terug naar het strand. En als zeesterren zich dan niet kunnen vasthouden, dan spoelen ze massaal aan.''

Slide 7 - Slide

01:46
''Het is trouwens niet zo dat de aangespoelde zeesterren allemaal al dood zijn. Teruggooien heeft echter ook geen zin, want dan zullen ze meteen weer aanspoelen. Het is dus treurig, maar deze zullen het niet redden.''

Slide 8 - Slide

02:04
''Verdrietig, zonde, zielig.''
''Ik vind het vooral een beetje zielig ook, want ze liggen ook echt op elkaar op hoopjes en zo.''
''Soms gebeuren die dingen misschien gewoon in de natuur.''
''Er zijn heel veel meeuwen. Ik heb er eigenlijk nooit zo veel bij elkaar gezien en nu leg ik het verband met wat er allemaal hier ligt.''

Slide 9 - Slide

02:20
''Ja, want voor de meeuwen is het smullen! Die hebben het voor het uitkiezen nu. En dat is toch ook natuur. En dat er door deze massale stranding te weinig zeesterren in de Noordzee overblijven, nee dat is toch ook niet zo.'' 

Slide 10 - Slide

02:40
''Op de hele zeebodem stikt het van het leven met krabbetjes, garnalen en ook zeesterren. Soms zit het gewoon tegen voor de zeesterren of voor ander leven en belanden ze op het strand. Maar dat is maar een deel van het zeeleven, dus we hoeven ons geen zorgen te maken.'' 

Slide 11 - Slide