Training 2

Nederlands 
Examentraining 2 - Tekst 4 verkeersdrukte op de zeebodem 

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands 
Examentraining 2 - Tekst 4 verkeersdrukte op de zeebodem 

Slide 1 - Slide

Programma komende 7 lessen
Woe 3 april: examen 2018 tekst 4
Ma 8 april (blokuur): examen 2018 schrijfopdracht 
Di 9 april: examenteksten 2019
Woe 10 april: examenteksten 2019
Ma 15 april: zelfstandig examen oefenen op papier 
Di 16 april: Extra oefenen
Woe 17 april: Extra oefenen 
Vrij 19 april: WALIBI!!!

Slide 2 - Slide

Welke tegenstelling staat in alinea 1?
A
draadloos en vast
B
licht en donker
C
water en land
D
zeedieren en landdieren

Slide 3 - Quiz

Zowel in alinea 2 als in alinea 3 wordt gesproken over dataverkeer.
Wat is het verband tussen beide alinea’s?
A
Alinea 2 en 3 vormen samen een opsomming.
B
Alinea 2 en 3 vormen samen een tegenstelling.
C
Alinea 3 is een toelichting bij alinea 2.
D
Alinea 3 is een voorbeeld bij alinea 2.

Slide 4 - Quiz

In alinea 5 staat dat Rijkswaterstaat in principe overal kabels toestaat.
Wat bedoelt de schrijver met ‘in principe’?
Met ‘in principe’ wordt bedoeld dat kabels
A
alleen toegestaan zijn na grondig onderzoek.
B
altijd toegestaan zijn, zonder voorwaarden vooraf
C
soms toegestaan zijn, afhankelijk van de plaats.

Slide 5 - Quiz

De alinea’s 6, 7 en 8 horen bij elkaar.
Welk kopje past het best bij de alinea’s 6, 7 en 8 samen?
A
Beschermd natuurgebied
B
Gevolg voor de natuur
C
Telecombedrijven
D
Zeeonderzoek

Slide 6 - Quiz

Alinea 11 begint met het woordje “Toch”.
Waarnaar verwijst dit woord?
naar de
A
dip gedurende de afgelopen crisisjaren
B
gevolgen van klimaatverandering
C
steeds toenemende vraag naar snel internet
D
sterke staalbewapening tegen beschadigingen van buitenaf

Slide 7 - Quiz

Welke zin past het best bij het toekomstbeeld van de onderzeese
telecomkabels?
A
Het aantal kabels blijft gelijk, omdat de meeste mensen al over internet beschikken.
B
Het aantal kabels neemt af, omdat de huidige kabels steeds meer aan kunnen.
C
Het aantal kabels neemt toe, omdat het aantal internetgebruikers toeneemt.
D
Het is niet uit de tekst op te maken of het aantal kabels toe- of afneemt.

Slide 8 - Quiz

De titel van de tekst luidt “Verkeersdrukte op de zeebodem”.
De verkeersdrukte heeft betrekking op
A
de explosieve groei van het internetgebruik in de toekomst.
B
de hoeveelheid zeedieren in het aardedonkere zeewater.
C
het aantal kabels op de zeebodem.
D
het aantal schepen dat kabels aanlegt.

Slide 9 - Quiz

Dit artikel komt uit een krant.
In welke rubriek past deze tekst het best?
A
economie
B
techniek
C
media
D
buitenland

Slide 10 - Quiz

Ik vond de teksten die we deze week hebben gehad goed te doen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll