This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Examentraining leesvaardigheid
Slide 1 - Slide
Lees tekst 3:'En vanavond surveilleert Sonja weer in de binnenstad.'
Examen 2018 tv1
Slide 2 - Slide
Welke uitspraak past het best bij deze advertentie?
A
De politie zoekt mensen met verschillende kwaliteiten die iets willen doen voor de politie.
B
Docenten zijn zeer geschikt om te werken bij de politie.
C
Overwicht en een scherpe blik zijn belangrijke eigenschappen voor
een agent.
D
Sonja is een voorbeeld van een docent met overwicht en een scherpe blik.
Slide 3 - Quiz
Welk citaat past het best bij de afbeelding van deze advertentie?
A
‘Ben jij maatschappelijk betrokken en wil jij je vrije tijd spannend én
zinvol besteden? Dan is vrijwilligerswerk bij de politie iets voor jou.’
B
‘In een team van enthousiaste politiemedewerkers verricht je een paar
keer per maand afwisselende taken.’
C
‘Overwicht en een scherpe blik komen niet alleen voor de klas goed
van pas. Als politievrijwilliger kun je jouw talent ook op een andere manier inzetten.’
D
‘Wat je achtergrond ook is; met jouw unieke kennis en ervaring ben je
een waardevolle aanvulling voor de politie.’
Slide 4 - Quiz
Wat weet je zeker over Sonja (3 antwoorden)? 1. Sonja beschikt over kwaliteiten die ze bij haar politiewerk goed kan gebruiken. 2. Sonja heeft veel plezier in haar werk als docent. 3. Sonja heeft zowel als docent en als politieagent veel ervaring. 4. Sonja is sociaal betrokken bij de maatschappij. 5. Sonja is vrijwilliger bij de politie. 6. Sonja was liever bij de politie gaan werken dan in het onderwijs.
Slide 5 - Open question
Wat is het belangrijkste doel van deze advertentie?
A
De politie haalt mensen over om vrijwilligerswerk bij de politie te gaan doen.
B
De politie informeert mensen over de afwisselende taken van een
agent.
C
De politie laat zien dat het werk van een docent lijkt op het werk van
een agent.
D
De politie maakt mensen enthousiast voor het werken bij de politie.
Slide 6 - Quiz
Lees tekst 4:'Verkeersdrukte op de zeebodem'
Examen 2018 tv1
Slide 7 - Slide
Welke tegenstelling staat in alinea 1?
A
draadloos en vast
B
licht en donker
C
water en land
D
zeedieren en landdieren
Slide 8 - Quiz
Zowel in alinea 2 als in alinea 3 wordt gesproken over dataverkeer. Wat is het verband tussen beide alinea’s?
A
Alinea 2 en 3 vormen samen een opsomming.
B
Alinea 2 en 3 vormen samen een tegenstelling.
C
Alinea 3 is een toelichting bij alinea 2.
D
Alinea 3 is een voorbeeld bij alinea 2.
Slide 9 - Quiz
In alinea 5 staat dat Rijkswaterstaat in principe overal kabels toestaat. Wat bedoelt de schrijver met ‘in principe’? Met ‘in principe’ wordt bedoeld dat kabels
A
alleen toegestaan zijn na grondig onderzoek.
B
altijd toegestaan zijn, zonder voorwaarden vooraf.
C
soms toegestaan zijn, afhankelijk van de plaats.
Slide 10 - Quiz
De alinea’s 6, 7 en 8 horen bij elkaar. Welk kopje past het best bij de alinea’s 6, 7 en 8 samen?
A
Beschermd natuurgebied
B
Gevolgen voor de natuur
C
Telecombedrijven
D
Zeeonderzoek
Slide 11 - Quiz
De kabels die in de bodem van de zee liggen, zijn noodzakelijk voor het internetverkeer. Wat leidt volgens de tekst zeker tot een internetstoring (2 antwoorden)? 1. Als vissen kabels doorbijten, leidt dat tot een internetstoring. 2. Als vissen op kabels liggen, leidt dat tot een internetstoring. 3. Als vissers met hun netten over de bodem slepen, leidt dat tot een internetstoring. 4. Een aardbeving waarvan het centrum op de zeebodem ligt, leidt tot een internetstoring. 5. Hoe langer het duurt voordat kapotte kabels gerepareerd worden, hoe groter de kans op een internetstoring.
Slide 12 - Open question
Alinea 11 begint met het woordje “Toch”. Waarnaar verwijst dit woord? naar de
A
dip gedurende de afgelopen crisisjaren
B
gevolgen van klimaatverandering
C
steeds toenemende vraag naar snel internet
D
sterke staalbewapening tegen beschadigingen van buitenaf
Slide 13 - Quiz
In de Noordzee liggen kabels, maar ook in andere wateren liggen kabels. Wat is het grootste verschil tussen de kabels die in de Noordzee liggen en kabels die in oceanen liggen? Gebruik voor je antwoord maximaal 20 woorden.
Slide 14 - Open question
Welke zin past het best bij het toekomstbeeld van de onderzeese telecomkabels?
A
Het aantal kabels blijft gelijk, omdat de meeste mensen al over
internet beschikken.
B
Het aantal kabels neemt af, omdat de huidige kabels steeds meer aan
kunnen.
C
Het aantal kabels neemt toe, omdat het aantal internetgebruikers
toeneemt.
D
Het is niet uit de tekst op te maken of het aantal kabels toe- of
afneemt.
Slide 15 - Quiz
De titel van de tekst luidt “Verkeersdrukte op de zeebodem”. De verkeersdrukte heeft betrekking op
A
de explosieve groei van het internetgebruik in de toekomst.
B
de hoeveelheid zeedieren in het aardedonkere zeewater.
C
het aantal kabels op de zeebodem.
D
het aantal schepen dat kabels aanlegt.
Slide 16 - Quiz
Dit artikel komt uit een krant. In welke rubriek past deze tekst het best?