VT Ouderenzorg MV week 8 (herhaling)

VT ouderenzorg MV
Week 8 

Herhaling
1 / 28
next
Slide 1: Slide
pathologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

VT ouderenzorg MV
Week 8 

Herhaling

Slide 1 - Slide

Onderwerpen periode 3
Week 1: Pathologie - Zintuigen en temperatuur
  
Week 2: Pathologie -  Bewegingsstelsel

Week 3: Pathologie -  Circulatiestelsel deel 1

Week 4: Pathologie - Zenuwstelsel


Week 5: Pathologie -  Circulatiestelsel deel 2

Week 6: Pathologie -  Urinewegstelsel en Circulatiestelsel deel 3

Week 7: Pathologie -  Ademhalingsstelsel
 



Slide 2 - Slide

Quiz
Er volgen nu een aantal quizvragen over de 
lesstof van week 1 t/m 7.
Let op: je hebt beperkt de tijd om elke quizvraag te beantwoorden

Slide 3 - Slide


Wat is er aan de hand met het oog bij cataract (staar)?

A
de bloedvaatjes lekken
B
de ooglens is troebel
C
er is schade ontstaan aan de gele vlek
D
het netvlies is gedeeltelijk losgelaten

Slide 4 - Quiz


Welke omschrijving hoort bij de aandoening Maculadegeneratie?
A
Elasticiteit van het weefsel in de ogen is verminderd, leesbril nodig
B
Verhoogde oogboldruk, beschadigde zenuw, blinde vlekken
C
Achteruitgang van de gele vlek, zicht in het midden wordt wazig
D
Netvliesaandoening, verlies gezichtsveld en scherpte

Slide 5 - Quiz


Wat is er aan de hand bij iemand met tinnitus?

A
Iemand hoort omgevingsgeluiden harder
B
Iemand hoort niets meer
C
Iemand hoort een geluid dat anderen niet horen, het komt van binnenuit
D
Iemand hoort de lage tonen niet meer

Slide 6 - Quiz

Vanaf welke lichaamstemperatuur spreken we van
oververhitting?

A
vanaf 38 graden Celsius
B
vanaf 39 graden Celsius
C
vanaf 40 graden Celsius
D
vanaf 41 graden Celsius

Slide 7 - Quiz


Waar beginnen de ontstekingen vaak bij reumatoïde artritis?

A
in de knieën
B
In de ellebogen
C
In de heupgewrichten
D
In de vingergewrichten

Slide 8 - Quiz


Wat is artrose?

A
slijtage van de gewrichten (kraakbeen)
B
botontkalking
C
fractuur in de gewrichten
D
ontsteking van de gewrichten

Slide 9 - Quiz

Bij welke aandoening is de diagnostiek: Anamnese, lichamelijk onderzoek, röntgenfoto, botdichtheidsmeting (dexa scan)
A
Artrosis deformans
B
Reumatoïde Artritis
C
Osteoporose
D
Jicht

Slide 10 - Quiz

Stelling:
Claudicatio Intermittens kenmerkt zich door een continue pijn in het been

A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz


Dragen van steunkousen en strippen/dichtspuiten/
dichtbranden van aderen zijn behandelmethoden bij:

A
hypertensie
B
varices
C
atherosclerose
D
veneus ulcus

Slide 12 - Quiz


De patiënt is 80 jaar, welke bloeddruk is te hoog?
A
155/80 mmHG
B
135/70 mmHg
C
120/80 mmHg
D
135/100 mmHg

Slide 13 - Quiz

Stelling:
Mensen die een CVA hebben gehad, hebben altijd de volgende symptomen: krachtverlies aan 1 kant, vermoeidheid en last van duizelingen.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz


Een afasie kan een gevolg zijn van een CVA. Wat is een afasie?
A
taalstoornis
B
onvermogen om objecten te herkennen
C
problemen met de volgorde van handelingen
D
verminderd vermogen om nieuwe informatie te leren

Slide 15 - Quiz

Stelling: Bij de acute behandeling van een CVA is het belangrijk dat je zo snel mogelijk bloedverdunners geeft.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz


Bij ventrikelhypertrofie is er sprake van:

A
vernauwing van de kransslagader
B
verdikking van de wand van de hartkamer
C
acuut zuurstoftekort in de hartspier
D
een trombus in een kransslagader

Slide 17 - Quiz


Welke omschrijving hoort bij Angina pectoris?
A
De druk van het bloed op de bloedvatwand is te hoog
B
Verzamelnaam voor plotselinge hartaandoeningen
C
Hartfalen, verstoring van de functie van het hart
D
Vernauwing van de kransslagaders, zuurstof tekort van het hart

Slide 18 - Quiz


Bij decompensatio cordis in de linker harthelft, blijft er vocht zitten in:
A
De longen
B
Het hele lichaam behalve de longen

Slide 19 - Quiz


Hoe noem je het operatief verwijderen van de nier en het vet rondom de nier?

A
nierinsufficiëntie
B
nefrectomie
C
dialyseren
D
amputatie

Slide 20 - Quiz


Stelling: Fantoompijn is pijn in het geamputeerde lichaamsdeel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz


Wat is een oorzaak van acute nierinsufficiëntie?

A
aangeboren afwijkingen
B
diabetes mellitus en hypertensie
C
Beschadiging van het nierweefsel, bijv. door een infectie, medicatie of een auto-immuunziekte

Slide 22 - Quiz

COPD is een verzamelnaam voor:
A
Chronische bronchitis, Longemfyseem en Astma
B
Chronische bronchitis en Longemfyseem
C
Chronische bronchitis en Astma
D
Longemfyseem en Astma

Slide 23 - Quiz


Wat gebeurt er met de longblaasjes bij emfyseem?
A
ze gaan zich ongeremd delen
B
hun elasticiteit neemt af en ze gaan kapot
C
Ze gaan ontsteken waardoor ze dichtklappen
D
er gebeurt niets met de longblaasjes bij emfyseem

Slide 24 - Quiz

De meest voorkomende symptomen van COPD zijn:

A
Kortademigheid, ophoesten van slijm, piepende ademhaling
B
Kortademigheid, ophoesten van slijm, pijn op de borst
C
Kortademigheid, piepende ademhaling, pijn op de borst
D
Kortademigheid, piepende ademhaling, lage bloeddruk

Slide 25 - Quiz

Hoe bereid jij je voor op de toets?

Slide 26 - Slide

Opdracht voor deze week
  • In Teams staat de opdracht van deze week (week 8) klaar. Het is een oefentoets/quiz over de lesstof van week 1 t/m 7.
  • Let op: je moet meer dan 11 vragen goed beantwoord hebben wil je punten kunnen verdienen. (12-19 vragen goed = 0,5 punt,
    20-30 vragen goed = 1 punt) Je kan de oefentoets maar 1 keer maken.
  • Gebruik bij het maken van de oefentoets Expertcollege, de ingesproken colleges, en je opdrachten
  • De opdracht moet vóór aanstaande zondag 18:00 ingeleverd zijn


Slide 27 - Slide

Doen tijdens en na de les
Gedurende de resterende lestijd ga je:
- de opdracht van deze week (week 8) maken
- voorbereiden voor de toets

Na de les:
- de opdracht verder af maken als deze nog niet af is
- voorbereiden voor de toets

Ik wens jullie heel veel succes bij de toets!


Slide 28 - Slide