Paragraaf 20 Persoonsvorm en onderwerp
2 vetgedrukt = persoonsvorm
a In deze gemeente / rijdt / de helft van de bewoners / in een Volvo.
b Zestig journalisten uit twaalf landen / onderzochten / maandenlang / het Europese voetbal.
c In totaal / bevat / dit pakket / twee kilo kaas.
d De Grieken / zijn / erg goed / in groenteschotels.
e De populaire animatieserie Buurman en Buurman / viert / haar veertigste verjaardag.
f De Nederlandse estafetteploeg / heeft / in Canada / zilver / gewonnen.
g In Brazilië / graven / rovers / een tunnel van 600 meter naar de bank.
h Via een oproep op Facebook / hebben / we / onze vermiste kat / teruggevonden.