1. Jan kijkt naar links.
2. Meester Kevin loopt naar buiten.
3. Juf Aytmara heeft mooi haar.
4. Morgen gaat het sneeuwen.
5. Juf Shira waait weg.
6. Samen lopen we straks naar de gymm les.
7. Floki is een hond.
8. Nigel verkoopt tickets voor Roda jc.
9. De bakker heeft 6 brooden gebakken.
10. De ster is uit de lucht gevallen.