What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Alle naamvl. + vaste voorz. + aanwijz.vnmw.+koppelww. HAVO/VWO
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Je kunt naamvallen ook bepalen door te kijken of er een vorzetsel in de zin zit
- Je kunt naamvallen ook bepalen door te kijken of er
vaste voorzetsels
in de zin staan.
- Voorzetsels hebben namelijk een voorrangsregel; zie
je die in een zinsdeel, dan hoef je niet meer te ontleden.
- Je hebt vaste voorzetsels in de
2e,3e en 4e naamval
Slide 2 - Slide
Vaste voorzetsels 2e naamval:
- innerhalb = binnen
- außerhalb = buiten
- statt = in plaats van
- trotz = ondanks
- während = tijdens
- wegen = wegens
Bijvoorbeeld:
Sie erhalten Ihre Bestellung innerhalb
einer
Woche (v).
Slide 3 - Slide
Vaste voorzetsels 3e naamval
- aus = uit
- außer = behalve
- bei = bij
- entgegen = tegemoet
- gegenüber = tegenover
- mit = met
- nach= na, naar
- seit = sinds
- von = van
Bijv.:
Nach
dem
Unterricht (m) gehen wir.
- zu = naar
Slide 4 - Slide
Vaste voorzetsels 4e naamval:
- bis = tot
- durch = door
- für = voor
- gegen = tegen
- ohne = zonder
- um = om
- entlang = langs
Bijvoorbeeld: Das ist für
deinen
Bruder (m)
Slide 5 - Slide
Naast de naamvallen heb je ook nog voorzetsels
Het bepalen van naamvallen doe je door het ontleden van de zin:
-
1e naamval
= Onderwerp (wie/wat + gezegde)
Let op
koppelwerkwoord!
(
sein/werden/bleiben
)
-
2e naamval
= Bezit ('van')
-
3e naamval
= Meewerkend Voorwerp ('aan' of 'voor')
-
4e naamval
= Lijdend Voorwerp (wie/wat + gezegde + Onderwerp)
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Gebruik de uitgang van de EIN Gruppe!
Gebruik de uitgang van de DER Gruppe!
Slide 8 - Slide
Wir gehen mit d.. Auto (o)
nach Hause.
A
der
B
den
C
dem
D
das
Slide 9 - Quiz
Fast all... Jungs (mv) sind
eifersüchtig
A
alle
B
aller
C
allen
D
allem
Slide 10 - Quiz
Mein Mann ist mein...
bester Freund
A
meinen
B
meiner
C
meinem
D
mein
Slide 11 - Quiz
D... Kind (o) d... Mann... (m)
hat ein... Fahrrad (o)
A
Das, der Manns, einem
B
Das, des Manns, ein
C
Das, des Mannes, ein
D
Das, des Mannes, einem
Slide 12 - Quiz
Seit ein.. Jahr (m) habe ich
einen IPad.
A
einem
B
eines
C
einer
D
einen
Slide 13 - Quiz
Johann bleibt
ein... guter Mann
A
einen
B
einem
C
ein
D
einer
Slide 14 - Quiz
Soll ich dies... Schrank (m)
kaufen?
A
dieser
B
diesen
C
diesem
D
dieses
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
More lessons like this
4T K2 der- en ein-Gruppe in 3e en 4e naamval
December 2018
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
V4 naamvallen+voorzetsels
March 2023
- Lesson with
24 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3,4
Alle naamvallen + vaste voorzetsels HAVO/VWO
June 2021
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Voorzetsels 3e en 4e naamval
February 2023
- Lesson with
28 slides
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
K4 les 3
April 2022
- Lesson with
22 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Voorzetsels 3e en 4e naamval
June 2020
- Lesson with
21 slides
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Voorzetsels 3e en 4e naamval
October 2022
- Lesson with
15 slides
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,4
Les 10 "Grammatik: De ein-groep I"
April 2024
- Lesson with
11 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3