2HA5 1ste en 4de naamval 12. Mai

Duits
Voorbereiding: Pak "Lernecke", Kapitel 6
1 / 31
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Duits
Voorbereiding: Pak "Lernecke", Kapitel 6

Slide 1 - Slide

Wie geht es dir?
A
Sehr gut!
B
Gut.
C
Es geht so.
D
schlecht.

Slide 2 - Quiz

Na deze les
  • heb je geoefend met de 4e naamval in het Duits
  • kun je de 4e naamval toepassen na voorzetsels
  •  kun je de 4e naamval toepassen bij lidwoorden + pers. voornaamwoorden

Slide 3 - Slide

PO en PW
Online toets  leesboek  
19e mei in week 21
PW Kapitel 5 en 6,
 2e juni, week 23

Slide 4 - Slide

PO en PW
Deze keer zul je er een aantal vragen over moeten beantwoorden. Maak tijdens het lezen aantekeningen, zodat je aan het einde een samenvatting (per hoofdstuk?) hebt. Schrijf ook per personage op wat je van hem of haar weet. Wat is de link tussen de titel van het boekje en het verhaal? Wat is het probleem? Hoe wordt het opgelost? Wie vind jij leuk of juist stom? Wat had jij gedaan als je in de schoenen van de hoofdpersonen had gestaan etc.? Zo bereid je je goed voor op het SO. Veel leesplezier!

Slide 5 - Slide

Leesboekje
Tekst
Uitlegfilmpje opnemen en inleveren
Spreekdossier opdracht 6b, inleveren 13 mei 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

De 1ste naamval...
Wat is dat ook alweer?
timer
1:00

Slide 8 - Open question

En wat is een 4de naamval?
timer
1:00

Slide 9 - Open question

Voorzetsels 4e naamval

Slide 10 - Open question






Wij kijken naar de praktijk: Kijk het "overzicht naamvallen"
bis
durch
für
gegen
ohne
um
entlang
tot
door
voor
tegen
zonder
om
aan...langs

Slide 11 - Slide

1e of  4e naamval?

Slide 12 - Slide


D____ Mann hat eine Frau.
(kijk in de tabel "Der-groep")
A
Der
B
Die
C
Das
D
Den

Slide 13 - Quiz

Ich habe für d____ Opa ein Geschenk gekauft.
A
die
B
das
C
der
D
den

Slide 14 - Quiz


Johann ist d___ Bruder von Jan.
A
den
B
der
C
die
D
das

Slide 15 - Quiz


Ich packe e..... Tasche (v).
(Kijk in de tabel "Ein-groep")
A
eines
B
einen
C
eine
D
ein

Slide 16 - Quiz


Ich packe ..... (mijn) Tasche (v).
(onder de tabel "Ein-groep")
A
mein
B
meine
C
meinen
D
meiner

Slide 17 - Quiz


Ich packe .... Stift (m) in meine Tasche.
A
mein
B
meine
C
meinen
D
meiner

Slide 18 - Quiz


Kennst du (mijn) Vater?
A
mein
B
meine
C
meinen
D
meines

Slide 19 - Quiz


(Zijn) Geld (o) liegt auf dem Tisch.
A
Sein
B
Seine
C
Seines
D
Seiner

Slide 20 - Quiz


..... (wie) ist das?

A
Wie
B
Wer
C
Wo
D
Was

Slide 21 - Quiz


Wer ist das?
...... meinst du?(Wie bedoel je?)

A
Wie
B
Wer
C
Wen
D
Wem

Slide 22 - Quiz

Heb je nog vragen?
Wat kan ik nog beter toelichten?

Slide 23 - Open question

Noem een zin in het Duits, waar een 1ste naamval in staat.

Slide 24 - Open question

Noem een zin in het Duits, waar een 4de naamval in staat.

Slide 25 - Open question

Noem een zin met een voorzetsel van de 4de naamval.

Slide 26 - Open question

Voor extra oefenmateriaal:

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 29 - Open question

Een tip en een top.

Slide 30 - Open question

Huiswerk
- Je leest je 2e leesboekje voor Duits. 
- Sprechdossier: Schrijf opdracht 6B uit in het Duits en lever het      in. Je hoeft het niet in te spreken! Deadline 13e mei. 
    Zorg dat je tenminste 5 vragen en 5 antwoorden hebt.
   (in Classroom inleveren)
- Je oefent Kapitel 6, Wörterliste A (inspreken en in classroom inleveren.)



Slide 31 - Slide