A3 P4 De 1ste en 4de naamval

Welkom bij Duits
Ik ben er zo.....



pak alvast je chromebook, je werkboek en je schrift voor notities erbij.



Voorbereiding: Print het document "overzicht naamvallen" uit.
1 / 36
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welkom bij Duits
Ik ben er zo.....



pak alvast je chromebook, je werkboek en je schrift voor notities erbij.



Voorbereiding: Print het document "overzicht naamvallen" uit.

Slide 1 - Slide

De 1ste en 4de naamval

Slide 2 - Slide

De 1ste naamval...
Wat is dat ook alweer?
timer
1:00

Slide 3 - Open question

En wat is een 4de naamval?
timer
1:00

Slide 4 - Open question

De 1ste en 4de naamval

Slide 5 - Slide

Na deze les
  • heb je geoefend met de 4e naamval in het Duits
  • kun je de 4e naamval toepassen na voorzetsels
  •  kun je de 4e naamval toepassen bij lidwoorden + pers. voornaamwoorden

Slide 6 - Slide

Voorzetsels 4e naamval

Slide 7 - Slide






Wij kijken naar de praktijk: Je mag spieken in het "overzicht naamvallen"
bis
durch
für
gegen
ohne
um
entlang
tot
door
voor
tegen
zonder
om
aan...langs

Slide 8 - Slide

ik
Ist das für ... ?
(kijk in de tabel onderaan)
A
ich
B
du
C
mich
D
ihn

Slide 9 - Quiz

wij
Gegen... hat er keine Chance!
A
uns
B
er
C
ihn
D
wir

Slide 10 - Quiz

(zonder jullie) ist die Reise nicht halb so toll!

Slide 11 - Open question

(voor wie) macht ihr dieses Foto?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Video


D____ Mann hat eine Frau.
(kijk in de tabel "Der-groep")
A
Der
B
Die
C
Das
D
Den

Slide 14 - Quiz

Ich habe für d____ Opa ein Geschenk gekauft.
A
die
B
das
C
der
D
den

Slide 15 - Quiz


Johann ist d___ Bruder von Jan.
A
den
B
der
C
die
D
das

Slide 16 - Quiz


Ich packe e..... Tasche (v).
(Kijk in de tabel "Ein-groep")
A
eines
B
einen
C
eine
D
ein

Slide 17 - Quiz


Ich packe ..... (mijn) Tasche (v).
(onder de tabel "Ein-groep")
A
mein
B
meine
C
meinen
D
meiner

Slide 18 - Quiz


Ich packe .... Stift (m) meine Tasche.
A
mein
B
meine
C
meinen
D
meiner

Slide 19 - Quiz


Kennst du (mijn) Bruder?
A
mein
B
meine
C
meinen
D
meines

Slide 20 - Quiz


Wo liegt (ons/onze) Zeitung (v)?
A
unsere
B
unse
C
unseren
D
unser

Slide 21 - Quiz


(Zijn) Geld (o) liegt auf dem Tisch.
A
Sein
B
Seine
C
Seines
D
Seiner

Slide 22 - Quiz


Kennst du meinen Bruder?
Ja, ich kenne ......(hem).
(Mix! in welke tabel moet je kijken?)
A
er
B
ihr
C
es
D
ihn

Slide 23 - Quiz


Wo liegt unsere Zeitung (v)?
..... liegt hier!
A
Sie
B
Es
C
Er
D
Ihr

Slide 24 - Quiz


Sein Geld (o) liegt auf dem Tisch.
Hast du ..... (het) gesehen?
A
ein
B
das
C
es
D
er

Slide 25 - Quiz


..... (wie) ist das?

A
Wie
B
Wer
C
Wo
D
Was

Slide 26 - Quiz


Wer ist das?
...... meinst du?(Wie bedoel je?)

A
Wie
B
Wer
C
Wen
D
Wem

Slide 27 - Quiz

Maak straks:
  • stencils op classroom (kies 2 oefeningen per stencil)
  • inleveren op classroom + nakijken

Slide 28 - Slide

Heb je nog vragen?
Wat kan ik nog beter toelichten?

Slide 29 - Open question

Noem een zin in het Duits, waar een 1ste naamval in staat.

Slide 30 - Open question

Noem een zin in het Duits, waar een 4de naamval in staat.

Slide 31 - Open question

Noem een zin met een voorzetsel van de 4de naamval.

Slide 32 - Open question

Voor extra oefenmateriaal:

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Link

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 35 - Open question

De 1ste en 4de naamval

Slide 36 - Slide