les 82: leestekens

Welkom klas 1
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom klas 1

Slide 1 - Slide

in de klas vertelt meneer klok over sinterklaas hij schrijft op het bord sinterklaas helpt piet niet iedereen kijkt verbaasd piet in de klas roept waarom helpt hij mij niet ik doe altijd mijn best om alle cadeautjes op tijd in de schoorstenen te krijgen lisa zegt misschien ben je stout geweest piet meneer klok zegt nee lisa lees het nog eens en zet leestekens neer lisa zegt ooooh ik snap het en schrijft sinterklaas helpt piet niet ineens roept de hele klas ooooh

Slide 2 - Slide

In de klas vertelt juf Karin over Sinterklaas. Ze schrijft op het bord: Sinterklaas helpt Piet niet.
Iedereen kijkt verbaasd. Piet uit de klas roept: “Waarom helpt hij mij niet? Ik doe altijd mijn best om alle cadeautjes op tijd in de schoorstenen te krijgen!”
Lisa zegt: “Misschien ben je stout geweest, Piet.”

Meneer Klok schudt zijn hoofd. “Nee, Lisa. Lees het nog eens, en zet leestekens neer.”
Lisa fronst even, knikt dan en schrijft: Sinterklaas, helpt Piet niet?
Ineens roept de hele klas: “Oooooh!”

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen deze les
Les 82: je leert de spellingregels over het gebruik van leestekens: punt, vraagteken, uitroepteken, komma, dubbelepunt, puntkomma. 

. ? ! , : ; 

Slide 4 - Slide

;
Tussen zinnen die sterk met elkaar verbonden zijn
- De meeste katten houden niet van regen; de meeste mensen trouwens ook niet.

In plaats van een ; had er ook 'en' of een . kunnen staan.

Slide 5 - Slide

Leestekens: les 82
Met leestekens breng je structuur aan in de tekst. Zonder zou het echt een zooitje worden. Soms kan het ook voor een andere betekenis zorgen. 

Anja praat morgen met de tandarts
Anja, praat morgen met de tandarts! 

Slide 6 - Slide

Wanneer gebruik je een punt (.)?
A
einde van een zin
B
einde van zin + afkortingen
C
pauze in de zin
D
nooit

Slide 7 - Quiz

Wanneer gebruik je een komma (,)?

Slide 8 - Open question

Leestekens: les 82
. (punt) - einde van de zin + afkorting (d.w.z.) 
, (komma) - pauze, opsomming, bijvoeglijk naamwoorden, aanspreken
! (uitroepteken) - uitroep
? (vraagteken) - vraag
: (dubbelepunt) - opsomming, citaat of uitleg
; (puntkomma) - zinnen die sterk met elkaar verbonden zijn

Slide 9 - Slide

.
Aan het einde van een zin. 

Of bij een afkorting: 
- a.d.h.v.
- blz. 
- de heer P. Klok

Slide 10 - Slide

?
Aan het einde van een vraagzin. 

- Wie kan mij vertellen wat klas 1 gister heeft gedaan?

Slide 11 - Slide

!
Na een uitroep of bevel:
- Goed gedaan! 
- Doe het licht uit!

Je kunt het combineren met een vraagteken:
- Wat, goed gedaan?!

Slide 12 - Slide

,
Als je een pauze hoort
- Nou, ik weet het niet.
Bij een opsomming
- Ik heb drie broers: Jan, Piet en Klaas
Tussen bijvoeglijke naamwoorden
- In mei waren er veel warme, zonnige dagen
Tussen twee persoonsvormen
- Als het goed is, wordt het morgen mooi weer.
Voor- en nadat je iemand aanspreekt
- Beste reizigers, we naderen station Kampen.

Slide 13 - Slide

:
Nu komt een opsomming, citaat of nadere uitleg.
- Gister werd zijn agenda toch gevonden: op een stoel. 

Citeren = letterlijk overnemen
- Piet zei: 'Weet je zeker dat je dit moet gaan doen?'


Slide 14 - Slide

Aan de slag: les 82
1. Lees de theorie van les 82
2. Maak opdracht 1, 3, 4, 5, 6, 7, 8 
3. Klaar? kijk na

Je werkt de eerste 10 minuten in stilte 

timer
10:00

Slide 15 - Slide