Schrijfvaardigheid - les 5-6 - lezen + feedback + beeldend schrijven

Welkom!
  • Lezen
  • Je geeft elkaar feedback op de verhalen.
  • Je leert hoe je beeldend schrijft.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
  • Lezen
  • Je geeft elkaar feedback op de verhalen.
  • Je leert hoe je beeldend schrijft.

Slide 1 - Slide

Leesboek
Elke maandag: leesboek mee!

Slide 2 - Slide

Lees het verhaal van je klasgenoot
  1. Er is een hoofdpersoon. Deze wil iets: hij heeft een doel, wens of een probleem.
  2. Hij moet in actie komen om doel te behalen of probleem op te lossen.
  3. Hij ondervindt weerstand (mensen die tegenwerken of obstakels).
  4. Er komen beschermers of helpers.
  5. Na allerlei gebeurtenissen nadert hij zijn doel. Tot het laatst blijft het spannend.
  6. Hij bereikt zijn doel/lost het probleem op. Of het loopt niet goed af!
Opdracht
Deel je document met je klasgenoot.
Lees het verhaal en schrijf op wat de zes stappen zijn. Schrijf het op in je eigen document.

Slide 3 - Slide

Pauze
Andere lestijden:
  • 10:40-11:20
  • Pauze
  • 11:35-12:20

Slide 4 - Slide



Tekst 1 Het monster liep met grote stappen op het kind af en ging toen naast haar zitten onder de boom en zei: "Ik ben Grump, wie ben jij?"

Tekst 2 Het grote monster veegde zijn lange, rode haren uit z'n gezicht en liep met zijn grote harige poten al stampend naar het kleine kind met de gele regenlaarzen. Hij plofte met een smak naast haar neer onder de kastanjeboom. Het meisje schoof langzaam achteruit, maar het monster gromde zachtjes: "Ik ben Grump, wie ben jij?"
Beeldend schrijven
Personages: uiterlijke kenmerken en karaktereigenschappen
Ruimte: plaatsen waar het verhaal zich afspeelt + het weer. Invloed op de sfeer!

Slide 5 - Slide

En nu jij!
Neem de tekst over en maak het beeldend!
  • uiterlijke kenmerken + karaktereigenschappen van personages.
  • omschrijvingen van de ruimte
  • bijvoeglijk naamwoorden + specifieke woorden

De kat lag op de mat. Ze sliep. Plotseling schrok ze wakker van een geluid. Er trippelde een muis in de keuken. De muis keek naar de kat en zei: 'Hé, jou heb ik nog niet eerder gezien.' De kat kon het niet laten en sloeg met één haal van zijn poot de muis dood. 


Slide 6 - Slide


Lever hier je beeldende verhaaltje in.

Slide 7 - Open question

Aan de slag
Pak je verhaal erbij.
  1. Onderstreep of markeer alle bijvoeglijk naamwoorden.
  2. Kopieer je tekst. Laat het origineel staan!
  3. Zoek beschrijvingen van personages en de ruimte op en voeg woorden toe die het beeldender maken. Denk aan:  
  • Bijvoeglijk naamwoorden
  • Woorden die specifieker zijn (boom > kastanjeboom)
  • Beschrijvingen van uiterlijke kenmerken
  • Woorden voor het karakter



Slide 8 - Slide

Aan de slag
Laat je beide teksten lezen aan een klasgenoot en geef elkaar tips en tops. Denk aan:
  • Heb jij een goed idee van het uiterlijk en karakter van de personages?
  • Heb je een goed beeld van de ruimte waar het verhaal zich afspeelt?
  • Welk bijvoeglijk naamwoord of specifiek woord is mooi gekozen?

Slide 9 - Slide

Huiswerk
Huiswerk grammatica: lees de theorie over het voorzetsel en maak opd. 5 (blz. 249).


Elke les: lesboek + laptop mee!
Elke maandag: leesboek mee.

Slide 10 - Slide

De basis van een verhaal
Een verhaal begint ergens, heeft een of meerdere hoofdpersonen, er gebeurt iets met hen en er komt een einde aan. 

Het plot van je verhaal: de verhaallijn, de kapstok van je verhaal.

Slide 11 - Slide

Aan de slag
Werk in je schrijfdossier.
Je gaat het begin van een verhaal schrijven. Het thema is 'misdaad'.
  1. Bedenk een hoofdpersoon. Geef een korte omschrijving.
  2. Bedenk het doel/wens/probleem van de hoofdpersoon. Schrijf op in één zin!
  3. Schrijf nu de eerste alinea('s) van het verhaal. (Ong. 100 woorden).

Slide 12 - Slide

Huiswerk: opd. 1, 2, 3 (blz. 125)
Opdracht 1
1 omgangsregeling
2 stadscentrum
3 eenmanszaak
4 bioscoopstoel
5 onweersbui
6 beroepsspeler
7 staatssteun
8 gevoelstemperatuur
9 passagiersschip
10 proteststem

Opdracht 2
1 zwijnenstal
2 groentesoep
3 bereleuk
4 spinnenweb
5 tarwebrood
6 koekenpan
7 zonnesteek
8 berenhol
9 geboortekaartje
10 invalidenplaats

Slide 13 - Slide


Zo bang als een...
A
beer
B
kwartel
C
vogel
D
wezel

Slide 14 - Quiz

Leesboek!

Slide 15 - Slide

Planning
t/m 6 april Sollicitatieproject
Vanaf 11 april Literatuur
17 april t/m 6 mei Meivakantie
2 juni Creatieve schrijfopdracht (PO)
Toetsweek (22-28 juni) Repetitie literatuur

Verder: leesboek lezen!

Slide 16 - Slide

Deel 1 - solliciteren en vacatures
Werk alleen. Overleggen mag.
Zoek op ELO het document 'Sollicitatieproject' op.
Maak in je Drive een map aan voor het sollicitatieproject (in je map Nederlands).
Maak daarin een document aan en werk de opdrachten van blz. 4 t/m 7 uit.

Slide 17 - Slide