VOORTSCHRIJDENDE DEMOCRATISERING NA 1848
*Parlementaire democratie o.l.v. staatshoofd koning Willem II, met grondwet geschreven door liberaal Thorbecke
*Machtenscheiding (trias politica): koning en ministers krijgen de uitvoerende macht, parlement en regering vormen samen de wetgevende macht. De hoogste macht ligt voortaan bij de Tweede Kamer
*De koning wordt onschendbaar: als hij iets verkeerd doet zal het parlement uitleg eisen van de ministers
*De Tweede Kamer wordt direct gekozen door de burgers
*Het kiesrecht blijft voorbehouden aan mannen van 25 jaar en ouder die een bepaald bedrag aan belasting betalen (censuskiesrecht).
*De ministers moeten nu verantwoording afleggen aan het parlement (ministeriële verantwoordelijkheid)
*Plannen en besluiten van de ministers moeten worden goedgekeurd door het parlement