5.3 Brandstof en milieu

Hst 5.3

Brandstof
en milieu

1 / 33
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hst 5.3

Brandstof
en milieu

Slide 1 - Slide

indeling les
  • opstarten
  • korte uitleg
  • werken aan opdrachten

Slide 2 - Slide

lesdoelen
  • je leert het verschil tussen het broeikaseffect en het versterkte broeikaseffect
  • je leert welke fossiel brandstoffen gebruikt worden om te verwarmen
  • je leert welke gevolgen er zijn voor het milieu door broeikaseffectje 
  • je leert het verschil tussen zonnecollectoren en zonnepanelen
  • je leert het verschil tussen geothermische energie en bodemwarmte

Slide 3 - Slide

Versterkt broeikaseffect

Aardolie, aardgas en steenkool zijn brandstoffen die uit de bodem worden gehaald. Die zijn ontstaanuit planten en dieren resten. Ze heten fossiele brandstoffen.


Als je een fossiele brandstof volledig verbrandt, ontstaat er koolstofidoxide en waterdamp.

Slide 4 - Slide

Fossiele brandstoffen
- Aardgas
- Aardolie
- Steenkool

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Het broeikaseffect

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Geef de betekenis van het broeikaseffect?
A
Het verbouwen van planten in kassen.
B
Gaslaag in de atmosfeer die ons beschermt tegen zonnestraling.
C
Het vasthouden van koude lucht door koolzuurgas.
D
Het vasthouden van warme lucht door gassen in de dampkring

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

Wat kan deze fabriek doen om het versterkt broeikaseffect tegen te gaan
A
Geen koolzuurgas in de atmosfeer brengen.
B
Geen fossiele brandstoffen meer gebruiken.
C
De fabrieken laten stoppen.
D
In warmere gebieden vestigen.

Slide 11 - Quiz

Hoe warm zou het zijn als er geen broeikaseffect was?
A
-8 C
B
-18 C
C
2 C
D
-12 C

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Video

het broeikaseffect wordt veroorzaakt door
A
koolstofdioxide
B
zwaveldioxide
C
stikstofoxiden
D
drijfgassen/raketbrandstof

Slide 14 - Quiz

Wat gebeurt er met de temperatuur als het versterkte broeikaseffect door gaat?
A
gaat naar beneden
B
gaat omhoog

Slide 15 - Quiz

Hoe kun je ervoor zorgen dat je het broeikaseffect minder sterk maakt?
A
Fietsen, in plaats van de auto pakken.
B
Windturbines gebruiken.
C
Meer gebruik maken van zonnepanelen.
D
Zuiniger omgaan met energie.

Slide 16 - Quiz

Zonder het broeikaseffect zou er geen leven
op aarde mogelijk zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Welk gas veroorzaakt het versterkte broeikaseffect?
A
zuurstof
B
koolstofdioxide ( CO2)
C
stikstof
D
biogassen

Slide 18 - Quiz

Gevolgen milieuschade
  • aantasten gezondheid (fijnstof)
  • ander, extremer klimaat
  • stijging zeespiegel
  • opwarming aarde
  • uitsterven planten-en diersoorten
  • schaarste grondstoffen en energie
  • minder natuur- en stiltegebieden

Slide 19 - Slide

Aardgas

Aardgas is nog steeds 1 van de meest gebruikte manieren om huizen te verwarmen.


De brandbare stof in aardgas is methaan.


Methaan is geurloos, om lekken te ontdekken wordt er een geurstof aan toegevoegd.

Slide 20 - Slide

Nederland

Aardgas grootste leverancier


Slide 21 - Slide

Thermische verontreiniging: opwarmen van het oppervlakte water. Warm water kan minder O2 bevatten, hierdoor krijgen vissen en andere waterdieren te weinig zuurstof.

Slide 22 - Slide

luchtvervuiling

Door de verbranding van fossiele brandstoffen krijg je uitstoot van zwaveldioxide en stikstofoxiden.


Hierdoor ontstaat er zwavelzuur en saltpeterzuur door contact met waterdamp en zuurstof. Het gevolg is zure regen.


Regen even zuur als azijn...

Slide 23 - Slide

Zonnepaneel
Een zonnepaneel bestaat uit vele zonnecellen

stralingsenergie -> elektrische energie

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Zonnecollector

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Verschil aardwarmte en bodemwarmte
Aardwarmte ontstaat in de kern van de aarde. 

Bodemwarmte is afkomstig van de zon.

Slide 29 - Slide

Bodemwarmte
 halen we tot 100 meter diepte uit de bodem, en wordt gebruikt voor verwarming van woningen, gebouwen en bijvoorbeeld kassen.

Het water in de aardbodem op 20 tot 300 meter diepte is geschikt voor warmte-uitwisseling: we kunnen het oppompen, vervolgens warmte erin stoppen (in de zomer) of eruit halen (in de winter) en dan weer terugpompen. Ook dit heet bodemwarmte.

Slide 30 - Slide

Aardwarmte
 Aardwarmte of  geothermische energie is de energie die zich bevindt in de diep in de aarde gelegen warmtebronnen (vanaf 500 meter).

De energie kan worden gewonnen door gebruik te maken van het temperatuurverschil tussen de aardoppervlakte en diep in de aarde gelegen warmte.
 IJsland gebruikt deze voor verwarming.

Slide 31 - Slide

lesdoelen gehaald?
  • je kent het verschil tussen het broeikaseffect en het versterkte broeikaseffect
  • je weet welke fossiel brandstoffen gebruikt worden om te verwarmen
  • je weet welke gevolgen er zijn voor het milieu door broeikaseffect
  • je weet het verschil tussen zonnecollectoren en zonnepanelen
  • je weett het verschil tussen geothermische energie en bodemwarmte

Slide 32 - Slide

Aan de slag !
Maak de  opgaven van 5.3 brandstof en milieu

Slide 33 - Slide