V3 schrijfvaardigheid: e-mail informeel

Gutentag
1 / 39
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Gutentag

Slide 1 - Slide

PTA 4V P3
            
Woche 12:  heute
Woche 13:
Montag: 1x  instructie
Woche 14:
Montag:
Schrijftoets (90 min)

Slide 2 - Slide

4M
Deutsch
   
     eine
   E-Mail
schreiben

Slide 3 - Slide

Lernziele
Aan het eind van deze les kan ik:
  •  ... zeggen hoe een e-mail is opgebouwd
  • ... weet ik wanneer ik welke aanspreekvorm moet gebruiken
  •  ... weet ik waar ik op moet letten bij de schrijfopdracht      
  • ... weet je  welke uitdrukkingen gebruikelijk zijn in een Duitse e-mail



Slide 4 - Slide

formeel / informeel
We maken onderscheid tussen formele en informele correspondentie.
  • Informele correspondentie: schrijf je aan een goede bekende, vriend of familielid. Ook berichtjes aan leeftijdsgenoten die je niet kent, rekenen we tot de informele correspondentie.
  • Formele correspondentie: schrijf je aan iemand die je niet kent of aan een bedrijf.

Schrijftoets: een informele e-mail schrijven






Slide 5 - Slide

Welke correspondentie is géén informele correspondentie.
A
een uitnodiging voor een familiefeest
B
een bedankje aan een Duitse tante
C
een reactie op een online advertentie
D
een brief aan een Duitse scholier

Slide 6 - Quiz

Gebruik je in een informele brief 'du' of 'Sie' als aanspreekvorm?
A
du
B
Sie

Slide 7 - Quiz

Welke term mag je NIET gebruiken bij formele correspondentie?
A
Ihnen
B
Sie
C
dein
D
Ihre

Slide 8 - Quiz

Welke zin past niet in
een informele e-mail?
A
Schreib mir bald zurück!
B
Wie geht es dir?
C
Grüße deine Eltern von mir!
D
Ich freue mich Sie zu sehen.

Slide 9 - Quiz

Eine E-Mail
-> mailadres van de persoon aan wie je de mail stuurt
-> onderwerp                 Betreff
-> aanhef                          Anrede
-> inleiding                      Einleitung
-> kern                               Hauptteil
-> afsluiting                    Schluss
-> groet                             Gruß
-> je naam                        Unterschrift

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Bringe in die richtige Reihenfolge!
1
2
3
4
5
6
Schluss
Einleitung
Hauptteil
Gruß und Unterschrift
Anrede
Betreff

Slide 12 - Drag question

   eine informelle
   E-Mail schreiben

Slide 13 - Slide

Anrede informell
Bedenk van te voren aan wie je de mail stuurt.
Is het een jongen gebruik dan:    Lieber Fritz,
Is het een meisje gebruik dan:     Liebe Ullrike,

Let op de , (komma) na de naam!

Slide 14 - Slide

Wie lautet die Anrede
(persönliche Mail, also informell)?
A
Gute Tamara,
B
Beste Tamara,
C
Liebe Tamara,
D
Tschüs Tamara,

Slide 15 - Quiz

Einleitung
Je start je zin met een kleine letter. Dit komt doordat je een komma hebt gebruikt bij de aanhef. De zin is daardoor nog niet ten einde.
Begin de e-mail bijvoorbeeld met de volgende 2 zinnen:
Wie geht es dir? Mir geht es gut.



Slide 16 - Slide

Schreibe weiter:

Lieber Peter,
A
wie geht es dir?
B
Wie geht es dir?
C
Wie geht es Dir?
D
wie geht es Dir?

Slide 17 - Quiz

Hauptteil
In de kern van je e-mail schrijf je de punten die in de opdracht staan.
- check heel goed of je alles verwerkt hebt
- check heel goed of alles ook LOGISCH is....
 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Schluss
Je sluit je e-mail meestal af met een zin die refereert aan de toekomst en de context.

Ich hoffe, du schreibst mir bald zurück...
Schreibst du mir bald zurück?
Bitte, gebe mir Bescheid, ob du kommen kannst...
Ich würde mich freuen, wenn du mich besuchen wirst.

Slide 20 - Slide

Gruß
Bij een persoonlijke e-mail sluit je als volgt af:

Viele Grüße / Liebe Grüße

Kies eentje die je leuk vindt.
(let op! Geen komma erachter!)

Slide 21 - Slide

Wie lautet der Gruß am Schluss?
A
Mit freundlichen Grüßen
B
Liebe Grüße
C
Auf Wiederhören
D
Tschüs

Slide 22 - Quiz

Na de aanhef staat een komma en de eerste zin na de aanhef begint
A
met een hoofdletter
B
met een kleine letter

Slide 23 - Quiz

achter je naam zet je
A
een punt.
B
een komma,
C
niets

Slide 24 - Quiz

Redemittel
> terug te vinden je A-boek Kapitel 2, S. 103

Bijvoorbeeld:
vielen Dank für deine E-Mail.
Schreib bald wieder!
Ich freue mich darauf, dich bald wieder zu sehen.

Slide 25 - Slide

DENN oder WEIL
denn = want en weil = omdat
ze geven beiden een oorzaak aan. Het verschil zit 'm in de woordvolgorde...
Ik kan niet komen, omdat ik ziek ben / 
                                   want ik ben ziek.
Ich kann nicht kommen, weil ich krank bin / 
                                                    denn ich bin krank.
Signaalwoorden

Slide 26 - Slide

Checkliste
1 Heb je je aan de opdracht gehouden?

-Check of alle onderdelen van de opdracht in de brief verwerkt zijn.
-Check of de brief een logische op opbouw heeft, zowel inhoudelijk als communicatief.
-Check of je je aan de brief conventies hebt gehouden


Slide 27 - Slide

Checkliste
2 Dan ga je kijken naar taal:

-Hoofdletters
-Werkwoorden: Kloppen de uitgangen van de werkwoorden? Staan de infinitieven aan het eind van de zin? Staan de werkwoorden in de bijzinnen achteraan? 

Slide 28 - Slide

Checkliste
2 Dan ga je kijken naar taal 2:
-Naamvallen: Heb je een logisch voorzetsel gebruikt?

-Enkelvoud/ meervoud: gebruik je dit consequent dat je het niet eerst over één film hebt en later over meer, terwijl je nog steeds één film bedoelt.
-Persoonlijk/bezittelijk voornaamwoord: als je het steeds tegen een vriend/in hebt vraag niet ineens: wat is jij lievelingsfilm?

Slide 29 - Slide

Vertaal: Ik heb er zin in om je gauw weer te zien!

Slide 30 - Open question

FORMELL

Sehr geehrte Damen und Herren,
Sehr geehrter Herr / geehrte Frau

ich schreibe Ihnen, weil...

Ich hoffe bald von Ihnen zu hören.

Im Voraus vielen Dank für
Ihre Mühe.

Mit freundlichen Grüßen
INFORMELL

Lieber Peter,... Liebe Lisa,

ich schreibe dir,  weil...

Ich hoffe bald von dir zu hören.

Im Voraus vielen Dank für deine Mühe.

Viele/ liebe Grüße

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Lernzielcheck

Slide 37 - Slide

Weißt du jetzt wie man eine E-Mail aufbaut?
A
Ja , das ist ganz leicht!
B
Es geht so....
C
Ja, aber ich möchte noch mehr üben
D
Nein, ich habe noch viel Mühe damit!

Slide 38 - Quiz

Das war's!

Viel Erfolg mit deiner Aufgabe!

Slide 39 - Slide