9 oktober - HV1 - Lezen - les woordenboek

Leerdoel 2 - onbekende woorden
2. Ik kan de betekenis van onbekende woorden in een tekst achterhalen met woordraadstrategieën.
a. Ik kan in de context een synoniem vinden.
b. Ik kan in de context een omschrijving vinden.
c. Ik kan in de context een definitie vinden.
d. Ik kan in de context een voorbeeld vinden.
e. Ik kan in de context een tegenstelling vinden.
f. Ik kan een onbekend woord opdelen in woorddelen.
g. Ik kan een illustratie bij het onbekende woord gebruiken.

1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leerdoel 2 - onbekende woorden
2. Ik kan de betekenis van onbekende woorden in een tekst achterhalen met woordraadstrategieën.
a. Ik kan in de context een synoniem vinden.
b. Ik kan in de context een omschrijving vinden.
c. Ik kan in de context een definitie vinden.
d. Ik kan in de context een voorbeeld vinden.
e. Ik kan in de context een tegenstelling vinden.
f. Ik kan een onbekend woord opdelen in woorddelen.
g. Ik kan een illustratie bij het onbekende woord gebruiken.

Slide 1 - Slide

a. Als ik een woord niet ken, kan ik in de tekst op zoek gaan naar een synoniem.
0100

Slide 2 - Poll

b. Als ik een woord niet ken, kan ik in de tekst op zoek gaan naar een tegenstelling.
0100

Slide 3 - Poll

c. Als ik een woord niet ken, kan ik in de tekst op zoek gaan naar een voorbeeld.
0100

Slide 4 - Poll

d. Als ik een woord niet ken, kan ik in de tekst op zoek gaan naar een omschrijving.
0100

Slide 5 - Poll

d. Als ik een woord niet ken, kan ik in de tekst op zoek gaan naar een definitie.
0100

Slide 6 - Poll

d. Als ik een woord niet ken, kan ik het woord opdelen in woorddelen om zo de betekenis te achterhalen.
0100

Slide 7 - Poll

Test-moment leerdoel 2: Ik kan woordraadstrategieën gebruiken om de betekenis van onbekende woorden te achterhalen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Poll

Dit heb ik nog nodig om het leerdoel helemaal te behalen (tip: schrijf het ook op in je schrift).

Slide 9 - Open question

Leesvaardigheid - volgende keer
1. Ik kan leesstrategieën gebruiken om bepaalde informatie uit teksten te halen.
2. Ik kan de betekenis van onbekende woorden in een tekst achterhalen met woordraadstrategieën.
3. Ik kan de betekenis van een onbekend woord opzoeken in een woordenboek. 
4. Ik kan het onderwerp van een tekst bepalen en formuleren.
5. Ik kan de hoofdgedachte van een tekst bepalen en formuleren.

Slide 10 - Slide

Het woordenboek gebruiken - leerjaar 1 

Slide 11 - Slide

Leerdoelen (deze hoef je niet over te nemen):
Aan het einde van deze les: 

- kan ik uitleggen wat zoekwoorden zijn;
- kan ik zoekwoorden gebruiken om betekenissen van woorden in een woordenboek te vinden.


Slide 12 - Slide

Wat doe je als je een woord niet begrijpt......
Gebruik dan eerst de woordraadstrategieën:
- Staat er een synoniem in de tekst voor of achter het woord?
- Staat er een omschrijving van het woord?
- Is er een definitie van het woord bekend?
- Staat er een voorbeeld van het woord?
- Staat er een tegenstelling van het woord?
- Ken je een deel van het woord?






Slide 13 - Slide

Hoe gebruik je een woordenboek?
- Ga op zoek naar het zoekwoord.
Een zoekwoord is een vorm van het woord zoals het in het woordenboek staat.

Kijk naar het volgende filmpje, daar wordt het nog eens uitgelegd.



Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Zoekwoorden
Bij een werkwoord is het zoekwoord dus het hele werkwoord

voorbeeld
Mijn tandvlees is ontstoken.
het trefwoord van ontstoken is ontsteken.

Slide 16 - Slide

Wat is het trefwoord van
'gewinkeld'?

Slide 17 - Open question

Wat is het trefwoord van
'veroorzaakt'?

Slide 18 - Open question

Ik ken het woord 'geraadpleegd' niet.
Welk woord zoek ik op in het woordenboek?

Slide 19 - Open question

zoekwoorden
bij een zelfstandig naamwoord is het zoekwoord de kortste vorm, dus enkelvoud en géén verkleinwoord.

voorbeelden:
bomen= boom
daken= dak
bloempje= bloem

Slide 20 - Slide

Wat is het zoekwoord van adviezen?

Slide 21 - Open question

Wat is het zoekwoord van experimentje?

Slide 22 - Open question

Samengestelde woorden
Een woord kan ook uit meerdere woorden bestaan:

gezondheidsrisico bestaat uit gezondheid en risico.

Zoek dan het deel van het woord dat je moeilijk vindt.
(herken je de woordraadstratie 'bekend woorddeel'?)

Slide 23 - Slide

Ik ken het woord klimaatanalist niet.
Welk(e) woord(en) zoek ik op in het woordenboek?

Slide 24 - Open question

Aan de slag
In de volgende dia's gaan we aan de slag met het woordenboek. Klik op de afbeelding om deze groter te maken.
Wil je de afbeelding weer kleiner hebben?
 Klik dan op het kruisje linksonder.

Slide 25 - Slide

Zoek de betekenis van het woord 'aandenken' op.

Slide 26 - Open question

Welke twee betekenissen heeft het woord aanbidden?

Slide 27 - Open question

Welk synoniem wordt er bij 'aal' gegeven?

Slide 28 - Open question

Aak, aambeeld en aambeien zijn zelfstandige naamwoorden. Waar kun je dat in het woordenboek aan zien?

Slide 29 - Open question

Kijk bij het werkwoord aaien. Tussen haakjes staat aaide, geaaid. Waarom staat dit tussen haakjes erachter?

Slide 30 - Open question

Leerdoelen:
Ik kan uitleggen wat zoekwoorden zijn;
Ik kan zoekwoorden gebruiken om betekenissen van woorden in een woordenboek te vinden.


Slide 31 - Slide

Ik kan uitleggen wat zoekwoorden zijn.
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Ik kan zoekwoorden gebruiken om betekenissen van woorden in een woordenboek te vinden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

Volgende keer

Slide 34 - Slide