What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Over taal blok 1, les 1 (opdr 27-30-31 rvl)
OVER TAAL
Blok 1
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
OVER TAAL
Blok 1
Slide 1 - Slide
Lesdoel
na deze les
- begrijp je de betekenis van verschillende schooltaalwoorden.
- weet je wat instructiewoorden zijn.
- begrijp je de betekenis van verschillende moeilijke woorden.
- kun je een synoniem herkennen
Slide 2 - Slide
Instructiewoorden
Schooltaalwoorden moet je begrijpen zodat je de stof op school beter begrijpt.
voorbeelden hiervan zijn instructiewoorden. Deze woorden geven aan wat je moet doen. Als je deze woorden kent, weet je sneller wat je moet doen.
Slide 3 - Slide
Woordraadstrategie synoniem
Soms weet je de betekenis van een woord niet.
Dan kan de tekst rondom een onbekend woord je helpen om de betekenis te raden.
Kijk bijvoorbeeld of de schrijver een
synoniem
heeft gebruikt.
Slide 4 - Slide
Synoniem
Een synoniem is een ander woord met dezelfde betekenis.
Slide 5 - Slide
Bedenk een synoniem voor 'ontnemen'
Slide 6 - Open question
bedenk een synoniem voor 'uitdagen'
Slide 7 - Open question
woordraadstrategie woordenboek
Als je een woord niet kent, zoek je het op in een woordenboek. Dit kan online of in een woordenboek.
Slide 8 - Slide
ALFABET
Om een woord op te zoeken in een woordenboek moet je het alfabet goed kennen.
Slide 9 - Slide
zoekwoorden
zoekwoorden staan bovenaan een woordenboek. Je kan dan snel zien of je woord op deze bladzijde staat.
Slide 10 - Slide
grondwoorden
Grondwoorden zijn woorden zoals ze in het woordenboek staan.
Een grondwoord is de kortste vorm van het woord of de infinitief.
Slide 11 - Slide
grondwoorden
voorbeeld:
kornuiten > kornuit
bekertje > beker
Slide 12 - Slide
Wat is het grondwoord van poedeltje?
Slide 13 - Open question
Wat is het grondwoord van geloofde?
Slide 14 - Open question
infinitief
het hele werkwoord
(meestal eindigend op -en, je kan er 'wij' voor denken)
Slide 15 - Slide
uitleg opdracht 27
1) Schrijf het onderstreepte woord in je schrift.
2) Schrijf het infinitief erachter.
3) Schrijf de betekenis erachter.
Slide 16 - Slide
uitleg opdracht 31
1) Schrijf de grondvorm van het onderstreepte woord op.
2) schrijf de betekenis erachter. Je mag de woorden opzoeken in het woordenboek.
Slide 17 - Slide
Huiswerk
Maak opdracht 27 - 30 - 31
blz 33/35
Je moet soms betekenissen opzoeken in een woordenboek.
Dit mag je ook online doen.
Slide 18 - Slide
More lessons like this
VWO 1 woordenschat
September 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Mh1 - Over Taal blok 1 zonder Oase
October 2022
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Taal h1
September 2022
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1,2
ot blok 2 opdr 5-6-7 (RvL)
November 2023
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Over Taal - blok 3 - les 3.10
September 2021
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
26-09 1gt 1.1.9 taal
September 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
Over taal blok 2
November 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1,2
1 BK BLOK 3 Over taal
January 2021
- Lesson with
39 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1