Paragraaf 14 - P.C. Hooft

WB 14.1 a+b
  • I levensloop
  • II lyriek
  • III Muiderkring
  • IV Nederlandse historiën
  • V toneelstukken
  • VI overlijden
  • invloed Latijn op Nederlandse historiën; Warenar is bewerking van Plautus
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

WB 14.1 a+b
  • I levensloop
  • II lyriek
  • III Muiderkring
  • IV Nederlandse historiën
  • V toneelstukken
  • VI overlijden
  • invloed Latijn op Nederlandse historiën; Warenar is bewerking van Plautus

Slide 1 - Slide

Paragraaf 14 - Hooft
P.C. Hooft (1581-1647)

 Hooft was niet afkomstig uit een adellijk geslacht.
 Handelsmilieu, goede komaf, rijk.
 Hij bezocht de Latijnse school.
 Lid van Amsterdamse rederijkerskamer De Eglantier.
 Hooft was een echte renaissancist:
geleerd (geboeid door kunst en de klassieke werken)
hoofs
rationeel
gevoel voor smaak, harmonie en orde
 Hij hield van zuiver taalgebruik en historische objectiviteit.
 Zijn werk is in drie fases in te delen:
1. lyriek; gevoelens staan centraal (hij schreef veel sonnetten)
2. dramatiek; toneelliteratuur (hij schreef tragedies / komedies)
3. epiek; verhaal / gebeurtenissen staan centraal (hij schreef geschiedkundige proza)
 Lijfspreuken:
1. Al waelt het / Veranderen can ‘t
2. Omnibus idem
(Alles verandert; voor allen dezelfde)
 P.C. Hooftprijs = œuvreprijs











Slide 2 - Slide

Paragraaf 14 - Hooft
  • P.C. Hooft (1581-1647)
  • Hooft was niet afkomstig uit een adellijk geslacht.
  • Handelsmilieu, goede komaf, rijk.
  • Hij bezocht de Latijnse school.
  • Lid van Amsterdamse rederijkerskamer De Eglantier.















Slide 3 - Slide

Paragraaf 14 - Hooft
  • Hooft was een echte renaissancist:
  • geleerd (geboeid door kunst en de klassieke werken)
  • hoofs
  • rationeel
  • gevoel voor smaak, harmonie en orde
  • Hij hield van zuiver taalgebruik en historische objectiviteit.

  • P.C. Hooftprijs = œuvreprijs











Slide 4 - Slide

Hooft
  • Zijn werk is in drie fases in te delen:
  • 1. lyriek; gevoelens staan centraal (hij schreef veel sonnetten)
  • 2. dramatiek; toneelliteratuur (hij schreef tragedies / komedies)
  • 3. epiek; verhaal / gebeurtenissen staan centraal (hij schreef geschiedkundige proza)

  • Lijfspreuken:
  • 1. Al waelt het / Veranderen can ‘t
  • 2. Omnibus idem
  • (Alles verandert; voor allen dezelfde)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Warenar
  • Warenar (1616)
  • (echte gek)
  • Navolging/bewerking van Aulularia van Plautus.
  • Hooft had het werk van Plautus gelezen en het bewerkt tot Warenar. (Zie: ‘translatio’, ‘imitatio’ en ‘aemulatio’.)
  • Hooft liet het verhaal in Amsterdam afspelen (i.p.v. in Athene), bovendien moest Hooft er zelf een einde bij bedenken, omdat dit oorspronkelijk verloren was gegaan.
  • Blijspel: fouten/gebreken van de mens tonend + moraliserend van aard.




















Slide 7 - Slide


  • 1e titel was Potterij (pot, schelmerij).

  • Indeling
  • Proloog - 1e bedrijf - 2e bedrijf - 3e bedrijf - 4e bedrijf - 5e bedrijf

  • Achtergrond
  • Renaissance - Griekse en Romeinse literatuur!
  • Belangrijk kenmerk klassieke tragedie (komedie): eenheid van tijd, plaats en handeling.




















Slide 8 - Slide


  • Tijdsverloop: max. 24 uur.
  • Plaats: rondom één plaats (weinig decorwisselingen).
  • Handeling: één handeling, één thema dat centraal staat (bijna geen nevenontwikkelingen).





















Slide 9 - Slide

  • Personages
  •  Warenar (Warnar) oude vrek
  •  Claertje dochter van Warenar
  •  Miltheid allegorie
  •  Gierigheidt allegorie (abstr. begrip)
  •  Reym dienstmeid
  •  Geertruid en Rijkert (broer en zus) buren van Warenar
  •  Lecker knecht van Rijkert
  •  Ritsert neef van Rijkert
  •  Teeuwes kok
  •  Caspar hofmeester





















Slide 10 - Slide

Warenar

  • Verhoudingen
  • Warenar heeft een pot met geld. Constant is hij bang dat iemand ervan weet en hij ziet in iedereen dan ook potentiële dieven.

  • Miltheid wil in huize Warenar de macht van Gierigheidt overnemen.
  • Rijkert (speaking name!) ziet Claertje wel zitten als zijn toekomstige bruid.
  • Ritsert is de zoon van Geertruid.
  • Ritsert heeft Claertje zwanger gemaakt.
  • Minuut 50 volgende slide is de verwarring te zien. Ritsert bekent vrijpartij, Warenar denkt dat hij stelen pot bekent.



















Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video