WAKK 1.1 t/m 1.6

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2021-2022
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2021-2022

Slide 1 - Slide

Programma
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Terugblik

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les
  • Kun je het begrip consumentenvertrouwen omschrijven. 
  • De relatie tussen consumentenvertrouwen, bestedingen en werkloosheid uitleggen. 

Slide 3 - Slide

Het boekje Crisis
  • De lesbrief crisis gaat over belangrijke zaken in de economie: kiezen en ruilen
  • Hoofdstuk 1:
  • Belangrijke economische kwesties waarin keuzes gemaakt moeten worden. En we gaan in op wat kiezen inhoudt.

  • Hoofdstuk 2:
  • Ruilen en de rol van het geld

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Economie

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Video

Slide 8 - Link

In welk kwadrant zitten wij nu?
A
Oranje
B
Groen
C
Rood
D
Geel

Slide 9 - Quiz

De conjuctuur(golf)

Slide 11 - Slide

Consumentenvertrouwen
Indicator die aangeeft of mensen vertrouwen hebben in de economische toekomst





Slide 12 - Slide

Laag consumentenvertrouwen
  • Mensen zijn bang hun baan te verliezen
  • Mensen gaan geen geld meer uitgeven (want straks ben ik misschien werkloos)
  • Er hoeven minder producten gemaakt te worden
  • Er zijn minder mensen nodig in de bedrijven
  • Dus de werkloosheid stijgt

Slide 13 - Slide

Hoog consumentenvertrouwen
  • Mensen zijn niet bang hun baan te verliezen
  • Mensen gaan meer geld uitgeven 
  • Er moeten meer producten gemaakt te worden
  • Er zijn meer mensen nodig in de bedrijven
  • Dus de werkloosheid daalt

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Aan de slag
Maken H1.1 t/m 1.6
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!


Slide 16 - Slide

Leg in je eigen woorden uit wat consumentenvertrouwen betekent

Slide 17 - Open question

Help, er is een nieuw virus in het land. Wat gebeurt er? Kies de juiste volgorde van 3.
Het consumenten vertrouwen daalt. 
De bestedingen stijgen.
De werkloosheid daalt.
De werkloosheid stijgt. 
De bestedingen dalen.
Het consumentenvertrouwen stijgt.

Slide 18 - Drag question