1.1 tot en met 1.6

1.1 tot en met 1.6
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

1.1 tot en met 1.6

Slide 1 - Slide

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2024-2025

Slide 2 - Slide

Programma
  • Kennismaken
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Terugblik

Slide 3 - Slide

Even voorstellen
Julian van Ravenswaaij
24 jaar
Docent economie
Mentor 4MB





Slide 4 - Slide

Ik vind het prettig als
  • Je netjes binnenkomt 
  • Er naar elkaar geluisterd wordt
  • Je je hand opsteekt als je wat wilt vragen/zeggen
  • We respectvol met elkaar omgaan
  • De telefoons/oortjes niet gebruikt worden tijdens de les
  • Je je plek opgeruimd achterlaat
  • Je je spullen in orde hebt 

Slide 5 - Slide

Fatsoen

Slide 6 - Slide

Mijn verwachtingen van jullie
  • Maximale inzet
  • Respect/fatsoen naar elkaar toe
  • Een leerzaam jaar en een leerzame omgeving





Wat jullie van mij kunnen verwachten
  • Respect/fatsoen naar jullie toe
  • Een leerzaam jaar en een leerzame omgeving
  • Een gezellige en fijne sfeer
  • Bereidt om extra stapje extra te lopen

Slide 7 - Slide

Het boekje Crisis
  • De lesbrief crisis gaat over belangrijke zaken in de economie: kiezen en ruilen
  • Hoofdstuk 1:
  • Belangrijke economische kwesties waarin keuzes gemaakt moeten worden. En we gaan in op wat kiezen inhoudt.

  • Hoofdstuk 2:
  • Ruilen en de rol van het geld

Slide 8 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les
  • Kun je het begrip consumentenvertrouwen omschrijven. 
  • De relatie tussen consumentenvertrouwen, bestedingen en werkloosheid uitleggen. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

H1 Kiezen
In ons leven valt er elke dag heel veel te kiezen. Ga je wel of niet je huiswerk maken, werk je 2 of 3 keer per week, heb je trek in een tosti of broodje bapao. 




In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de afwegingen die je maakt bij verschillende keuzes
Het vak economie buigt zich ook over die (economische) keuzes die gemaakt worden door huishoudens, bedrijven, overheden.
Maar eerst: robots!

Slide 11 - Slide

Welke keuzes heb jij de afgelopen jaren gemaakt met financiële en/of economische gevolgen?

Slide 12 - Open question

Welke belangrijke keuzes denk je dat er in de toekomst nog aankomen?

Slide 13 - Open question

Welk beroep zie jij verdwijnen de komende 20 jaar? En welk beroep zal er ontstaan, wat nu nog niet bestaat?

Slide 14 - Open question

Robotisering
De meeste grote veranderingen gaan geleidelijk, mondjesmaat, met babystapjes. Zo ook ons arbeidsproces, manier van werken; die verandert door de eeuwen heen.
Anno 1930 was je boer, kruidenier of mijnwerker. Er werden goederen gemaakt. Met de handen gewerkt.
 
Anno 2021 ben je advocaat, bankier of verpleger. Er worden diensten geleverd. Vaak (deels) digitaal. 

Slide 15 - Slide

De oorzaak van deze verschuiving in sectoren zie je in dit plaatje: de industriële revoluties door de eeuwen heen hebben een deel van het arbeidsproces geautomatiseerd (denk aan landbouwmachines, lopende band in fabrieken) waardoor we meer tijd hebben voor andere zaken (lees; onderwijs, onderzoek, en zo technologische vooruitgang

Slide 16 - Slide

Werkloosheid
Als robots arbeiders gaan vervangen, ontstaat er meer werkloosheid. 

Hierdoor worden de bestedingen van mensen minder. Hierdoor kan ook meer werkloosheid ontstaan

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Link

In welk kwadrant zitten wij nu?
A
Oranje
B
Groen
C
Rood
D
Geel

Slide 20 - Quiz

De conjuctuur(golf)

Slide 22 - Slide

Consumentenvertrouwen
Indicator die aangeeft of mensen vertrouwen hebben in de economische toekomst





Slide 23 - Slide

Laag consumentenvertrouwen
  • Mensen zijn bang hun baan te verliezen
  • Mensen gaan geen geld meer uitgeven (want straks ben ik misschien werkloos)
  • Er hoeven minder producten gemaakt te worden
  • Er zijn minder mensen nodig in de bedrijven
  • Dus de werkloosheid stijgt

Slide 24 - Slide

Hoog consumentenvertrouwen
  • Mensen zijn niet bang hun baan te verliezen
  • Mensen gaan meer geld uitgeven 
  • Er moeten meer producten gemaakt te worden
  • Er zijn meer mensen nodig in de bedrijven
  • Dus de werkloosheid daalt

Slide 25 - Slide

Aan de slag
Maken H1.1 t/m 1.6
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!


Slide 26 - Slide

Leg in je eigen woorden uit wat consumentenvertrouwen betekent

Slide 27 - Open question

Help, er is een nieuw virus in het land. Wat gebeurt er? Kies de juiste volgorde van 3.
Het consumenten vertrouwen daalt. 
De bestedingen stijgen.
De werkloosheid daalt.
De werkloosheid stijgt. 
De bestedingen dalen.
Het consumentenvertrouwen stijgt.

Slide 28 - Drag question