• berekeningen uitvoeren met veranderingen in reële waarde, nominale waarde en prijspeil.
• berekenen van het bbp via de objectieve methode en de subjectieve methode.
• berekenen van de toegevoegde waarde in een bedrijfskolom.
• beschrijven op welke wijze de toegevoegde waarde bij de overheid en andere niet-commerciële instellingen wordt bepaald.
• berekenen van het bbp als de som van de bruto toegevoegde waarden van bedrijven en overheid.
• berekenen van het netto binnenlands product (nbp) door de afschrijvingen van het bbp af te trekken.