This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Hoe schrijf je het getal 'vijf' in het Engels?
Slide 5 - Open question
Hoe spel je acht?
A
acht
B
ait
C
eigth
D
eigth
Slide 6 - Quiz
Wat is 'vijftien' in het Engels?
A
fiveteen
B
fifty
C
fifteen
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Spel 'dertig' in het Engels.
Slide 10 - Open question
Zeventig =
Slide 11 - Open question
Tachtig =
Slide 12 - Open question
En 'veertig'?
A
Fourty
B
Forty
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Wat is 27
A
seventwenty
B
twentyseven
C
seven-twenty
D
twenty-seven
Slide 15 - Quiz
Wat is 54
A
four-and-fifty
B
fiftyfour
C
fifty-four
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Spel 88 in het Engels.
Slide 18 - Open question
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Een bikini! Maar wat was dit in het Engels?
Slide 21 - Open question
Slide 22 - Slide
Wat zijn dit in het Engels?
Slide 23 - Open question
Wat is een broek in het Engels?
A
Jeans
B
Brook
C
Pants / Trousers
D
Denim
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Slide
Wat is een rok in het Engels
A
Dress
B
Skirt
C
Jacket
D
Shorts
Slide 26 - Quiz
Wat is een regenjas?
A
rainjacket
B
rainskirt
C
rainprotector
D
raincoat
Slide 27 - Quiz
Slide 28 - Slide
Wat is het Nederlandse woord voor het Engelse 'jumper'?
A
Trui
B
Legging
C
Uniform
D
Pak
Slide 29 - Quiz
Wat is een zwembroek?
Slide 30 - Open question
Slide 31 - Slide
The girl has brown hair, a white shirt with coloured stripes, rainbow-coloured sweat bands, socks, and a loose, rainbow-coloured skirt. She has white leggings and pink shoes with white laces.
Slide 32 - Slide
Omschrijf op een soortgelijke wijze, in het Engels, meneer Tamo.
Slide 33 - Open question
Beschrijvingsopdracht
Tip: kijk bij Trede 3, week 2 (50) bij "A Super Cool Idea" bij de oefeningen. Helemaal onderaan staat "Leer woorden om kleding te beschrijven." Daar kun je gebruik van maken.