Afsluiting Thema 2 Ecologie

Afsluiting 

Theme 2
Ecologie

1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Afsluiting 

Theme 2
Ecologie

Slide 1 - Slide

LEERDOEL
Je weet welke onderdelen je al kent en welke nog meer aandacht nodig hebben.

Slide 2 - Slide

Test jezelf ECOLOGIE

Slide 3 - Slide

Temperatuur is een
A
Biotische factor
B
Abiotische factor

Slide 4 - Quiz

In een biotoop komen alle.....
A
biotische factoren samen in een bepaald gebied
B
abiotische factoren samen in een bepaald gebied

Slide 5 - Quiz

In een levensgemeenschap leven populaties van verschillende soorten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Een juiste voedselketen is:
A
konijn-> havik-> vos
B
muis->slang-> uil
C
gras->konijn-> havik-> vos
D
uil->slang->muis->gras

Slide 7 - Quiz

Als een organisme geen ander organisme nodig heeft als voedsel noemen we dit:
A
een consument
B
een reducent
C
autotroof
D
heterotroof

Slide 8 - Quiz

Een voedselketen:
Paardebloem-> sprinkhaan->kikker
De kikker is een:
A
procucent
B
consument van de 1e orde
C
consument van de 2e orde
D
reducent

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Wat gebeurd er bij pijl 7?
A
fotosynthese
B
verbranding
C
dode resten worden verteerd

Slide 11 - Quiz

Wat gebeurd er bij pijl 4?
A
fotosynthese
B
verbranding
C
dode resten worden verteerd

Slide 12 - Quiz

Welke kringloop is dit?
A
De stikstofkringloop
B
De koolstofkringloop
C
De zuurstofkringloop
D
De kringloop van het leven

Slide 13 - Quiz

In een piramide van biomassa wordt de biomassa in elke volgende schakel groter.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

In elke schakel van een voedselketen komt er ENERGIE bij:
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

De Populatiegrootte is alleen afhankelijk van biotische factoren:
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Een pionierssysteem is het eindstadium van successie
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Een kaal stuk rots begroeid met korstmos is een voorbeeld van een pioniersstadium
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Een climaxstadium heeft :
A
veel soorten
B
weinig soorten
C
kun je niet zeggen
D
kan allebei

Slide 19 - Quiz

Een vogel met een priemsnavel eet:
A
zaden
B
insecten
C
kleine plantjes diertjes die in het water leven
D
bodemdiertjes

Slide 20 - Quiz

Schaduwplanten hebben:
A
dikke bladeren
B
bladeren met een waslaag
C
dunne bladeren

Slide 21 - Quiz

Planten in droge gebieden hebben:
A
veel huidmondjes
B
weinig huidmondjes

Slide 22 - Quiz

LEERDOEL
Je weet welke onderdelen je al kent en welke nog meer aandacht nodig hebben.
Na de vakantie staat de toets gepland!

Slide 23 - Slide