26 nov. : Start Grammatica 5.4 aanwijzend en vragend vnw

26 nov. - start grammatica WS 5.4 aanwijzend en vragend vnw
Havo 2 periode 2 
week 13 1e les (26 november)

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with text slides.

Items in this lesson

26 nov. - start grammatica WS 5.4 aanwijzend en vragend vnw
Havo 2 periode 2 
week 13 1e les (26 november)

Slide 1 - Slide

Welkom H2a
plattegrond: 

timer
5:00
Leg blz. 20 opdr. 5 open (huiswerk)

Slide 2 - Slide

Welkom H2b 
plattegrond: 

timer
5:00
Leg blz. 20 opdr. 5 open (huiswerk)

Slide 3 - Slide

Planning
Lezen  
Startopdracht
Nakijken huiswerk
Instructie Grammatica 5.4 
~pauze~
Inoefenen en zelfstandig oefenen 5.4
Afsluiting

timer
10:00

Slide 4 - Slide

Startopdracht
Die schoenen die in de etalage staan, wil ik hebben.

Benoem van elk woord welk woordsoort het is. 

timer
10:00

Slide 5 - Slide

Huiswerk check✓
26 nov.: opdracht 5 blz. 20

1 bij alinea 2
2 bij alinea 5
3 Het is nutteloos, verstoort je wereldbeeld en is verslavend.
 4. doordat [oorzakelijk] Zo [toelichtend] Verder [opsommend] 
5 (1) Je krijgt allerlei vaardigheden onder de knie. (2) Je doorzettingsvermogen wordt gestimuleerd.
6 Schietspellen zijn goed voor cognitieve vaardigheden als concentratievermogen en ruimtelijk inzicht.


- Dat je er niet agressief van wordt, doordat je de echte en de virtuele wereld (feit en fictie) goed van elkaar kunt scheiden. (zie tekst 2, al. 3 en tekst 3, al. 2)
- Dat je door gamen een band met anderen kan krijgen. / Dat gamen een sociale bezigheid is. (zie tekst 2, al. 5)
- Dat gamen een (verslavings)probleem wordt als je school of je werk erdoor verwaarloost, als je erdoor schulden maakt of als het een negatief effect heeft op je gezondheid / als je er moe van wordt. (zie tekst 2, al. 7 en tekst 3, al. 3)


Slide 6 - Slide

Huiswerk check✓
26 nov.: opdracht 5 blz. 20

7 (…) ‘Uit onderzoek blijkt dat games geen effect hebben op agressie op de korte en lange termijn. Dit geeft dus aan dat mensen het onderscheid tussen de virtuele en de echte wereld prima kunnen maken.’
8 Dat gamen je wereldbeeld verstoort.



Slide 7 - Slide

Huiswerk check✓
26 nov.: opdracht 5 blz. 20
9 Veel games worden samen met anderen gespeeld. Dus ook al zit je alleen achter je beeldscherm, je hebt toch contact met anderen. Vooral bij spellen waarbij het niet om reactiesnelheid draait, zoals strategische games, is er ruimte om de andere spelers te leren kennen. Op die manier kunnen er hechte virtuele vriendschappen ontstaan, die niet onderdoen voor die in de ‘echte’ wereld. Poppelaars: ‘Natuurlijk mis je de non-verbale communicatie en kun je niet even een arm om iemand heen slaan. Maar dat je elkaar niet ziet, maakt het voor veel mensen juist weer makkelijker om persoonlijke dingen te vertellen. Zij ervaren het contact als veilig, omdat het relatief anoniem is.’
10 (1) mensen die moeilijk aansluiting bij anderen vinden; (2) mensen die slecht ter been zijn; (3) ouderen die weinig bezoek krijgen
11 Voor wie moeilijk aansluiting bij anderen vindt, door bijvoorbeeld autisme of verlegenheid, is de lage drempel van de virtuele wereld een extra voordeel. ‘Evenals voor mensen die slecht ter been zijn en ouderen die weinig bezoek krijgen, vult Poppelaars aan. ‘Via gamen wordt hun wereld weer groter.’
12 Voor alle drie groepen geldt dat ze moeite hebben met het leggen van contact. / Voor alle drie groepen geldt dat hun (echte) wereld klein is.
13 Maar gamen was toch zo verslavend? ‘Vooral bij games die op de achtergrond doorgaan als je stopt, zoals World of Warcraft, kan het lastig zijn om niet steeds weer te gaan spelen,’ beaamt Poppelaars. ‘De angst om iets te missen speelt dan een rol.’ Gamen wordt problematisch als het ander gedrag verdringt, denkt ze, bijvoorbeeld als je niet meer naar school of je werk gaat, je vrienden niet meer ziet of jezelf verwaarloost. Uit onderzoek blijkt dat dat in Nederland bij zo’n 4 tot 5 procent van de gamers het geval is.
14 - World of Warcraft is een voorbeeld van een game die op de achtergrond doorgaat als je stopt
- niet meer naar school of je werk gaan, je vrienden niet meer zien of jezelf verwaarlozen zijn voorbeelden van ander gedrag dat verdrongen wordt
15 door de angst om iets te missen
16 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
Al met al heeft het spelen van games dus vooral voordelen: je krijgt allerlei vaardigheden onder de knie, je doorzettingsvermogen wordt gestimuleerd en je concentratievermogen en ruimtelijk inzicht worden groter. Ook is het sociaal, want veel games doe je samen met anderen én je maakt er nieuwe vrienden mee. Verder kan je wereld er groter door worden, vooral als je om wat voor reden dan ook niet vaak buiten de deur komt. Je moet wel oppassen dat je niet verslaafd raakt en je leven helemaal door het gamen laat beheersen. (90 woorden)
17 dat het veel geld kan kosten
18 - Dat je er iets van leert, wat ook doorwerkt in andere activiteiten. (zie tekst 2, al. 3 en tekst 3, al. 1)
- Dat je er niet agressief van wordt, doordat je de echte en de virtuele wereld (feit en fictie) goed van elkaar kunt scheiden. (zie tekst 2, al. 3 en tekst 3, al. 2)
- Dat je door gamen een band met anderen kan krijgen. / Dat gamen een sociale bezigheid is. (zie tekst 2, al. 5)
- Dat gamen een (verslavings)probleem wordt als je school of je werk erdoor verwaarloost, als je erdoor schulden maakt of als het een negatief effect heeft op je gezondheid / als je er moe van wordt. (zie tekst 2, al. 7 en tekst 3, al. 3)


Slide 8 - Slide

Huiswerk check✓
26 nov.: opdracht 5 blz. 20
10 (1) mensen die moeilijk aansluiting bij anderen vinden; (2) mensen die slecht ter been zijn; (3) ouderen die weinig bezoek krijgen
11 Voor wie moeilijk aansluiting bij anderen vindt, door bijvoorbeeld autisme of verlegenheid, is de lage drempel van de virtuele wereld een extra voordeel. ‘Evenals voor mensen die slecht ter been zijn en ouderen die weinig bezoek krijgen, vult Poppelaars aan. ‘Via gamen wordt hun wereld weer groter.’
12 Voor alle drie groepen geldt dat ze moeite hebben met het leggen van contact. / Voor alle drie groepen geldt dat hun (echte) wereld klein is.
13 Maar gamen was toch zo verslavend? ‘Vooral bij games die op de achtergrond doorgaan als je stopt, zoals World of Warcraft, kan het lastig zijn om niet steeds weer te gaan spelen,’ beaamt Poppelaars. ‘De angst om iets te missen speelt dan een rol.’ Gamen wordt problematisch als het ander gedrag verdringt, denkt ze, bijvoorbeeld als je niet meer naar school of je werk gaat, je vrienden niet meer ziet of jezelf verwaarloost. Uit onderzoek blijkt dat dat in Nederland bij zo’n 4 tot 5 procent van de gamers het geval is.
14 - World of Warcraft is een voorbeeld van een game die op de achtergrond doorgaat als je stopt
- niet meer naar school of je werk gaan, je vrienden niet meer zien of jezelf verwaarlozen zijn voorbeelden van ander gedrag dat verdrongen wordt
15 door de angst om iets te missen
16 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
Al met al heeft het spelen van games dus vooral voordelen: je krijgt allerlei vaardigheden onder de knie, je doorzettingsvermogen wordt gestimuleerd en je concentratievermogen en ruimtelijk inzicht worden groter. Ook is het sociaal, want veel games doe je samen met anderen én je maakt er nieuwe vrienden mee. Verder kan je wereld er groter door worden, vooral als je om wat voor reden dan ook niet vaak buiten de deur komt. Je moet wel oppassen dat je niet verslaafd raakt en je leven helemaal door het gamen laat beheersen. (90 woorden)
17 dat het veel geld kan kosten
18 - Dat je er iets van leert, wat ook doorwerkt in andere activiteiten. (zie tekst 2, al. 3 en tekst 3, al. 1)
- Dat je er niet agressief van wordt, doordat je de echte en de virtuele wereld (feit en fictie) goed van elkaar kunt scheiden. (zie tekst 2, al. 3 en tekst 3, al. 2)
- Dat je door gamen een band met anderen kan krijgen. / Dat gamen een sociale bezigheid is. (zie tekst 2, al. 5)
- Dat gamen een (verslavings)probleem wordt als je school of je werk erdoor verwaarloost, als je erdoor schulden maakt of als het een negatief effect heeft op je gezondheid / als je er moe van wordt. (zie tekst 2, al. 7 en tekst 3, al. 3)


Slide 9 - Slide

Huiswerk check✓
13 Maar gamen was toch zo verslavend? ‘Vooral bij games die op de achtergrond doorgaan als je stopt, zoals World of Warcraft, kan het lastig zijn om niet steeds weer te gaan spelen,’ beaamt Poppelaars. ‘De angst om iets te missen speelt dan een rol.’ Gamen wordt problematisch als het ander gedrag verdringt, denkt ze, bijvoorbeeld als je niet meer naar school of je werk gaat, je vrienden niet meer ziet of jezelf verwaarloost. Uit onderzoek blijkt dat dat in Nederland bij zo’n 4 tot 5 procent van de gamers het geval is.
14 - World of Warcraft is een voorbeeld van een game die op de achtergrond doorgaat als je stopt
- niet meer naar school of je werk gaan, je vrienden niet meer zien of jezelf verwaarlozen zijn voorbeelden van ander gedrag dat verdrongen wordt
15 door de angst om iets te missen
16 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
Al met al heeft het spelen van games dus vooral voordelen: je krijgt allerlei vaardigheden onder de knie, je doorzettingsvermogen wordt gestimuleerd en je concentratievermogen en ruimtelijk inzicht worden groter. Ook is het sociaal, want veel games doe je samen met anderen én je maakt er nieuwe vrienden mee. Verder kan je wereld er groter door worden, vooral als je om wat voor reden dan ook niet vaak buiten de deur komt. Je moet wel oppassen dat je niet verslaafd raakt en je leven helemaal door het gamen laat beheersen. (90 woorden)
17 dat het veel geld kan kosten
18 - Dat je er iets van leert, wat ook doorwerkt in andere activiteiten. (zie tekst 2, al. 3 en tekst 3, al. 1)
- Dat je er niet agressief van wordt, doordat je de echte en de virtuele wereld (feit en fictie) goed van elkaar kunt scheiden. (zie tekst 2, al. 3 en tekst 3, al. 2)
- Dat je door gamen een band met anderen kan krijgen. / Dat gamen een sociale bezigheid is. (zie tekst 2, al. 5)
- Dat gamen een (verslavings)probleem wordt als je school of je werk erdoor verwaarloost, als je erdoor schulden maakt of als het een negatief effect heeft op je gezondheid / als je er moe van wordt. (zie tekst 2, al. 7 en tekst 3, al. 3)


Slide 10 - Slide

Huiswerk check✓
15 door de angst om iets te missen
16 NIET
17 dat het veel geld kan kosten
18 NIET 

Slide 11 - Slide

Doel 5.4 aanwijzend en vragend voornaamwoord



  • Je kunt het aanwijzend en vragend voornaamwoord herkennen. 
  • Je weet wat het aanwijzend voornaamwoord is. 
  • Je weet wat het vragend voornaamwoord is. 

Slide 12 - Slide

5.4 Aanwijzend  voornaamwoord



9. Aanwijzend voornaamwoord (avw): wijst een mens, dier of ding aan
deze, die*, dat*, dit, zulk(e), zo'n, dergelijk(e), zelf, hetzelfde, dezelfde
 > staan vaak vóór een zelfstandig naamwoord: die schoenen. 
> soms kun je het zelfstandig naamwoord erachter denken: Ik kreeg een horloge voor mijn verjaardag en ik vond dat een mooi cadeau. 
> kan ook terugwijzen naar een hele zin. Hij praat door mij heen. Ik vind dat erg storend. 
* die en dat zijn alleen avw als ze vervangen kunnen worden door deze en dit
! daar, daarheen, daarover, daarlangs zijn géén avw! (geven plaats/richting aan)

Slide 13 - Slide

5.4 Vragend voornaamwoord (vvw): 



10. Vragend voornaamwoord (vvw): wie? wat? Welk(e)? Wat voor (één)? 
> staat altijd aan het begin van een vraag óf aan het begin van een zin die gemaakt is van een vraag: 
 
Wie gaat er met jou mee ? - Ik vraag aan jou wie er met je meegaat. 

Welke sport beoefen jij? -  Ik informeer naar welke sport je beoefent. 

Slide 14 - Slide

Inoefenen
We pakken het boek erbij op blz. 212. 
We maken samen opdracht 1: noteer in je schrift! 
timer
10:00

Slide 15 - Slide

timer
5:00

Slide 16 - Slide

Aan het werk
Maak zelfstandig opdracht 3 en 4 van bladzijde 213 in je schrift. 
Klaar? Ga verder met
Cursus 5 Grammatica
§ 2 WS Herhaling leerjaar 1 hv
en maak § 4 avn en vvn
timer
20:00

Slide 17 - Slide

Aan het werk
Ga verder met
Cursus 5 Grammatica
§ 2 WS Herhaling leerjaar 1 hv

timer
20:00

Slide 18 - Slide

Afsluiting
Check de doelen bij jezelf: 

  1. Je weet wat aanwijzend en vragend voornaamwoorden zijn en kan ze herkennen en benoemen.  


timer
5:00

Slide 19 - Slide

Volgende les 27/28 nov : 
repetitie Lezen 1.2 en 1.3 

Huiswerk:  27 / 28 nov.:
Leer de theorie 1.2 en 1.3 en je aantekeningen over tekstverbanden en de signaalwoorden.  

Maak voor 3 december opdracht 3 en 4 van bladzijde 213 in je schrift. 


Slide 20 - Slide

Spel
Kom naar voren als je 
aan de beurt bent. 
Geef de 5 omschrijvingen
binnen 30 sec. 
De klas moet het raden. 
timer
0:30

Slide 21 - Slide