Klinisch redeneren in 6 stappen

Doel: Aan het eind van de les ken ik de 6 stappen van het klinisch redeneren
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

Doel: Aan het eind van de les ken ik de 6 stappen van het klinisch redeneren

Slide 1 - Slide

Klinisch redeneren

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Stappenplan
1: Oriëntatie op de situatie
2. Klinisch problematiek inzichtelijk
3. Aanvullend onderzoek
4.  Klinisch beleid
5. Klinisch verloop
6. Evaluatie

Slide 4 - Slide

Stap 1 - Oriëntatie op de situatie
Klinisch beeld weergeven

- Relevantie gegevens over de achtergrond  verzamelen
- Mogelijke oorzaken
- urgentie beredeneren
- Aanbevelingen beredeneren
Communicatie met andere disciplines en diens naasten

Slide 5 - Slide

Stap 2 - Klinische problematiek inzichtelijk
Wat is er aan de hand?

- Somatiek/ psychosociaal/ algemene dagelijkse verzorging

Slide 6 - Slide

Stap 3 - Aanvullend onderzoek
Welk aanvullend onderzoek is van belang?
Wat verwacht je van uitkomst (gewenst of niet)
Wanneer urgent of wanneer niet urgent?)

- Anamnese (pijn/ diurese/ roken)
- Lichamelijk onderzoek (huid)
- Radiologie (Hb en trombo's)
- bloedonderzoek

Slide 7 - Slide

Stap 4 - Klinisch beleid
Wat moet ik doen?

- Welke behandeling is nodig?
Hoe wordt de patiënt bewaakt en begeleid?
Welke methode?

Slide 8 - Slide

Stap 5 - klinisch verloop
Beredeneren hoe je het klinisch verloop van de casus ziet op lange en korte termijn

- Prognose, complicaties en risico's

Slide 9 - Slide

Stap 6 - Evaluatie
Met wie moet er geëvalueerd worden?
Wat wordt er geëvalueerd?
Worden er nieuwe doelen gesteld?

Slide 10 - Slide

Casus: 
Dhr. Pater is 82 jaar oud en hij is opgenomen op jouw verpleegafdeling met een waarschijnlijke hyponatriëmie. Hij is thuis ten val gekomen en heeft daarna twee dagen op de grond gelegen voordat een medewerker van de thuiszorg hem heeft gevonden. Dhr. was zijn alarmbel vergeten te dragen, zodat hij niet in staat was iemand in te lichten. Hij is de laatste tijd vergeetachtig. Gelukkig heeft dhr. Pater niets gebroken en heeft hij weinig pijn. Dhr. Pater is bekend met atriumfibrilleren, diabetes type 2 en hypertensie. Hij neemt de volgende medicatie: 1 x daags metformine 500mg, 1 x daags sintrom zoals voorgeschreven door de trombosedienst, 1 x daags metoprolol 100mg. Dhr. ligt sinds vanmorgen op de afdeling. Het valt je op dat meneer Pater verward is en klaagt over duizeligheid.
Bloeddruk: 101/62 mmHg
Pols: 81 per minuut
Temperatuur: 36.6 C
Ademhalingsfrequentie: 12 per minuut
Saturatie: 96%

En nu jullie......

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide