What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
schrijfvaardigheid 4 M du 1
Liebe Leute, das Programm für heute
Hören / Sehen
Schreiben
Verben
1 / 37
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
This lesson contains
37 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Liebe Leute, das Programm für heute
Hören / Sehen
Schreiben
Verben
Slide 1 - Slide
Lernziele
Ik snap een videofragment over "Eiskalter Alltag"
Je kent en begrijpt de Duitse W-vraagwoorden
Je weet wat je moet kunnen om in het Duits te schrijven
Je kunt zwakke werkwoorden vervoegen
Slide 2 - Slide
Du siehst gleich ein Videofragment:
"Eiskalter Alltag".
Ihr hört etwas über:
*
Wasser
* Auto
* Vorteil
* Schulfrei
Macht Notizen während des Sehens/Hörens!!
Slide 3 - Slide
Wat betekent "Eiskalter Alltag"?
Slide 4 - Open question
https:
Slide 5 - Link
Was ist los mit dem Wasser?
(geef antwoord in het Nederlands)
Slide 6 - Open question
Wie lange dauert es bevor man das Auto benutzen kann?
(geef antwoord in het Nederlands)
Slide 7 - Open question
Welche 2 Vorteile von diese Kälte werden genannt?
(geef antwoord in het Nederlands)
Slide 8 - Open question
Ab wann bekommen die Kinder Schulfrei?
(geef antwoord in het Nederlands)
Slide 9 - Open question
Notizen machen
Buch ab Seite 178
Slide 10 - Slide
Welke Duitse
W-vraagwoorden
ken je?
Slide 11 - Mind map
wer
was
wo
wann
..........hat Geburtstag?
..........hast du Geburtstag?
............hast du gemacht
........bist du gewesen?
Slide 12 - Drag question
Aufgaben 11 bis 14
Fragment bei Aufgabe 11:
AN DIE ARBEIT
LESEN: AUFGABE 10
MACHEN: AUFGABE 11, 12, 13, 14
a
Benutze diese Fragementen:
Fragment Aufgabe 11
Fragment Aufgabe 14
Slide 13 - Slide
zwakke werkwoorden Duits
Slide 14 - Slide
Ezelsbruggetje
Achter de
stam
van het werkwoord
komen de uitgangen:
(fe)
E - ST - T - EN - T - EN
Slide 15 - Slide
Hoe krijg je de stam?
In het Duits krijg je de stam door
van het hele werkwoord
de
-en
of
-n
(als er geen 'e' voor staat)
weg te laten
Voorbeelden:
machen > mach; spielen > spiel; radeln > radel
Slide 16 - Slide
Voorbeeld:
machen
(= doen, maken)
(ik) ich
mach
e
(hij) du
mach
st
(hij/zij/het) er/sie/es
mach
t
(wij) wir
mach
en
(jullie) ihr
mach
t
(zij/u) sie/Sie
mach
en
Slide 17 - Slide
Hoe ziet het
voltooid deelwoord
eruit?
In het Nederlands is dit bij de zwakke werkwoorden vaak
ge-/be- ervoor en -t/-d erachter.
In het Duits is dit
ge- + stam + -t
Bijv: machen > gemacht; spielen > gespielt.
Slide 18 - Slide
Oefen nu zelf en kijk of je het snapt:
vertaal 'hij speelt'
spielen (= spelen)
A
er spielt
B
er spielst
C
du spielst
D
du spielt
Slide 19 - Quiz
Welke twee vormen hebben het hele werkwoord?
A
er/sie/es + wir
B
ich + wir
C
er/sie/es + ihr
D
wir + sie/Sie
Slide 20 - Quiz
Vertaal:
jullie kopen
kaufen (= kopen)
A
ihr kauft
B
sie kauft
C
er kauft
D
du kauft
Slide 21 - Quiz
Wat is het voltooid deelwoord van 'kaufen'?
A
gekaufen
B
gekauft
C
gekauftet
D
gekaufd
Slide 22 - Quiz
Bijzonderheden
stam eindigt op
-d
of
-t
òf
stam eindigt op
-m
of
-n na medeklinker
:
du, er/sie/es, ihr > krijgen een
extra 'e'
(dan is het makkelijker uit te spreken!)
Slide 23 - Slide
Voorbeelden
reden (= praten) > du red
e
st
er red
e
t / sie red
e
t
ihr red
e
t
atmen (= ademen) > du atm
e
st
er atm
e
t / sie atm
e
t
ihr atm
e
t
Slide 24 - Slide
Probeer het nu zelf!
Vertaal 'jij rekent'
rechnen (= rekenen)
A
du rechnst
B
du rechnest
C
er rechnt
D
er rechnet
Slide 25 - Quiz
En nog eentje:
Vertaal 'jullie borstelen'
bürsten (= borstelen)
A
ihr bürst
B
ihr bürstet
C
ihr bürtet
D
ihr bürsten
Slide 26 - Quiz
Nog 1 klein puntje:
Als de stam op een 's'-klank eindigt (bijv. s, ss, ß, z):
dan komt er bij
du
alleen een
't'
achter de stam
(Anders zou je twee keer een 's' hebben staan en dat had je waarschijnlijk automatisch al weggelaten, toch?)
Slide 27 - Slide
Nog een laatste keer oefenen:
Hoe zeg je 'jij heet Thom'?
heißen (= heten)
A
er heißt Thom
B
du heißst Thom
C
du heißt Thom
D
er heißst Thom
Slide 28 - Quiz
en nu 'jij danst'?
tanzen (= dansen)
A
du tanzest
B
du tanzst
C
du tanzt
Slide 29 - Quiz
Welke kennis (van thema's) heb je nodig voor schrijfvaardigheid?
bijv. groeten, jezelf, werkwoorden enz.
Slide 30 - Open question
Aufgaben 11 bis 14
Fragment bei Aufgabe 11:
AN DIE ARBEIT
Machen: Aufgabe 14
b
Extra Übung: Aufgabe 15
Fangt an mit Aufgabe 17-18-19-20
Slide 31 - Slide
Lernziele GESCHAFFT?
Ik snap een videofragment over "Eiskalter Alltag"
Je kent en begrijpt de Duitse W-vraagwoorden
Je weet wat je moet kunnen om in het Duits te schrijven
Je kunt zwakke werkwoorden vervoegen
Slide 32 - Slide
Ik snap een video over "Eiskalter Alltag"
JA
NEE
BIJNA
Slide 33 - Poll
Ik kan de Duitse W-vraagwoorden
JA
NEE
BIJNA ALLEMAAL
EEN PAAR
Slide 34 - Poll
Ik weet wat ik moet kennen/kunnen/leren voor schrijfvaardigheid Duits
JA
NEE
ONGEVEER
Slide 35 - Poll
Ik kan zwakke werkwoorden in het Duits vervoegen.
JA ZEKER!
BIJNA ALTIJD GOED
MEESTAL NOG FOUTEN
NEE JOH! MOELUUUK
Slide 36 - Poll
Auf Wiedersehen!
Slide 37 - Slide
More lessons like this
Week 5 3TL Gentiaan
February 2022
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
HNE Duits mavo 4 6 december
December 2022
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
w3 Lesetext Stuttgart 2.2
January 2021
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
w3 Lesetext Stuttgart 2.2
January 2021
- Lesson with
28 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Zwakke werkwoorden NR. 2
October 2022
- Lesson with
48 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3
Wiederholung regelmatige werkwoorden
March 2022
- Lesson with
41 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
schrijfvaardigheid 4 M du 1
November 2020
- Lesson with
30 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
week 3, les 1.3 Zwakke werkwoorden Duits
March 2020
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2,3