This lesson contains 27 slides, with interactive quiz, text slides and 4 videos.
Deze wordt gevormd door de stam van de -du- vorm te nemen.
du sprichst-> geb.wijs enk wordt-> sprich!
Soms met -e bij werkw met een d-t / m-n in de stam
Dit is de -u vorm.
Hele werkwoord+ Sie
Dus:
Schlafen Sie,
Atmen Sie, Herr Aan het Rot
e.v = du- vorm = stam (Let op! +e bij stam op d/t, m/n +e)
m.v = ihr- vorm = stam +t (Let op! +e bij stam op d/t, m/n +et)
Beleefdheidsvorm= hele werkwoord = Sie = stam+ en