Hoofdstuk 2 en 3 Pincode

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 2 en 3 Pincode

Een ander woord voor krediet is

1. chartaal geld
2. lening
3. spaargeld
4. toeslag

Geld in de vorm van munten en bankbiljetten noem je

Als je iets koopt, gebruik je geld als

1. Spaarmiddel
2. Rekenmiddel
3. Ruilmiddel
4. Oppotmiddel

Je hebt € 100 in contanten ontvangen. Je stort dit geld op je betaalrekening. Wat gebeurt er dan?

1. Je chartale geld neemt toe en je girale geld neemt toe.
2. Je chartale geld neemt toe en je girale geld neemt af.
3. Je chartale geld neemt af en je girale geld neemt af.
4. Je chartale geld neemt af en je girale geld neemt toe.

De persoon op de foto spaart

1. voor een doel
2. uit voorzorg
3. voor de rente
4. voor zijn ouders/verzorgers

Spaarbedrag: € 850
Rentepercentage: 1,5%
Hoeveel bedraagt de rente na 1 jaar?

Huur woning Karel: € 645

Als je iets koopt, gebruik je geld als

1. Spaarmiddel
2. Rekenmiddel
3. Ruilmiddel
4. Oppotmiddel

Als ik spaar voor een nieuwe auto, dan spaar ik voor een?

1. Doel
2. Voorzorg
3. Rente

Als ik geld op mijn spaarrekening stort, dan spaar ik voor?

1. Doel
2. Voorzorg
3. Rente

Je leent € 250 en je betaalt € 17,50 rente. Bereken het rente percentage.

Je zet €1.250 euro op je spaarrekening. De rente is 2%. Hoeveel rente ontvang je in totaal over 3 jaar met samengestelde rente?

3,1% rente over een spaarbedrag van €640,- Hoeveel rente is dat na 8 maanden?

Er staat €5000 op je spaarrekening. De rente is 0,3%. Bereken je rente na 9 maanden. Let op, rente wordt altijd per jaar gegeven!

Hoeveel rente krijg ik. Ik heb € 500,- op de bank en krijg 1,3% rente.