d13 congrueren

Het congrueren van het bijv. nw.
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Om die reden past het zich aan aan dit zelfstandig naamwoord wat betreft naamval, getal en geslacht. Dit noem je congrueren.
1 / 45
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Het congrueren van het bijv. nw.
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Om die reden past het zich aan aan dit zelfstandig naamwoord wat betreft naamval, getal en geslacht. Dit noem je congrueren.

Slide 1 - Slide

Het bijvoeglijke naamwoord van groep 1-2
In les 13 hebben we het bijv. nw. gehad dat verbogen wordt volgens groep 1 en 2. Zie het voorbeeld van bonus op p. 101.
Het bijv.nw. wordt verbogen volgens 
  • groep 1 bona als het iets zegt over een vrouwelijk zelfs. nw. 
  • groep 2 bonus als het iets zegt over een mannelijk zelfs. nw.
  • groep 2 bonum als het iets zegt over een onzijdig zelfs. nw.

Slide 2 - Slide

geslachtsregels zelfs. nw.
We kunnen pas weten of een bijv. nw. volgens groep 1 of 2 gaat, als we het geslacht van het zelfst. nw. weten. Daarom is het belangrijk om de geslachtsregels te weten:

Slide 3 - Slide

geslachtsregels zelfs. nw.
  • woorden van groep 1 zijn vrouwelijk (bijv. nw = bona)
  • woorden van groep 2 of -us zijn mannelijk ( bijv. nw = bonus)
  • woorden van groep 2 op -um zijn onzijdig  ( bijv. nw = bonum)
  • woorden van groep 3 op -os, -or, -er en woorden met mannelijke betekenis zijn mannelijk  (bijv. nw = bonus)
  • woorden van groep 3 met meervoud op -a zijn onzijdig  (bijv. nw = bonum)
  • woorden van groep 3 op -s, -o, -x en woorden met vrouelijke betekenis zijn vrouwelijk (bijv. nw = bona) (Let op -os = m, overige woorden op -s = v)

Slide 4 - Slide

Welke vormen van bonus congrueren met de volgende woorden

Slide 5 - Slide

pastor (mv pastores)
A
bona
B
bonus
C
bonum

Slide 6 - Quiz

uitleg
woorden van groep 3 op -os, -or, -er en woorden met mannelijke betekenis zijn mannelijk (bijv. nw = bonus)

Slide 7 - Slide

potestas (mv postestates)
A
bona
B
bonus
C
bonum

Slide 8 - Quiz

uitleg
woorden van groep 3 op -s, -o, -x en woorden met vrouelijke betekenis zijn vrouwelijk (bijv. nw = bona) 
(Let op -os = m, overige woorden op -s = v)

Slide 9 - Slide

servus
A
bona
B
bonus
C
bonum

Slide 10 - Quiz

uitleg
woorden van groep 2 of -us zijn mannelijk ( bijv. nw = bonus)

Slide 11 - Slide

flumen (mv. flumina)
A
bona
B
bonus
C
bonum

Slide 12 - Quiz

uitleg
woorden van groep 3 met meervoud op -a zijn onzijdig (bijv. nw = bonum)

Slide 13 - Slide

ripa
A
bona
B
bonus
C
bonum

Slide 14 - Quiz

uitleg
woorden van groep 1 zijn vrouwelijk (bijv. nw = bona)

Slide 15 - Slide

vox (mv. voces)
A
bona
B
bonus
C
bonum

Slide 16 - Quiz

uitleg
woorden van groep 3 op -s, -o, -x en woorden met vrouelijke betekenis zijn vrouwelijk (bijv. nw = bona) 
(Let op -os = m, overige woorden op -s = v)

Slide 17 - Slide

regnum
A
bona
B
bonus
C
bonum

Slide 18 - Quiz

uitleg
woorden van groep 2 op -um zijn onzijdig ( bijv. nw = bonum)

Slide 19 - Slide

congrueren in andere naamvallen
In de vorige opdrachten stonden de zelfstandig naamwoorden in de nominativus. In de volgende opdrachten kunnen ze in alle naamvallen staan. Als je niet zeker weet of een zelfstandig naamwoord volgens groep 1, 2 of 3 gaat, dan check je de nominativus enkelvoud in de woordenlijst.

Slide 20 - Slide

lecto
A
bono
B
bona
C
boni
D
bone

Slide 21 - Quiz

lecto: abl of dat ev m

Slide 22 - Slide

vir
A
bona
B
bonus
C
boni
D
bone

Slide 23 - Quiz

vir: nom ev m

Slide 24 - Slide

virginem
A
bona
B
bonum
C
bonam
D
bonem

Slide 25 - Quiz

virginem: acc ev v

Slide 26 - Slide

liberos
A
bonus
B
bonos
C
bonas
D
bones

Slide 27 - Quiz

liberos: acc mv m

Slide 28 - Slide

arma
A
bonus
B
bono
C
boni
D
bona

Slide 29 - Quiz

arma: nom of acc mv o

Slide 30 - Slide

dei
A
bonus
B
bono
C
boni
D
bona

Slide 31 - Quiz

dei: gen ev of nom mv m

Slide 32 - Slide

Martis
A
bonis
B
bonus
C
boni
D
bono

Slide 33 - Quiz

Martis: gen ev m

Slide 34 - Slide

regi
A
bonis
B
bonus
C
boni
D
bono

Slide 35 - Quiz

regi: dat ev m

Slide 36 - Slide

In welke naamval staan de volgende combinaties?

Slide 37 - Slide

liberis suis
A
nom ev m
B
gen ev m
C
gen ev of nom mv m
D
dat of abl mv m

Slide 38 - Quiz

nepotes mei
A
nom ev m
B
nom mv m
C
gen ev of nom mv m
D
nom of acc mv m

Slide 39 - Quiz

uitleg
bona: kan gen ev en nom mv m zijn
sedes: kan nom ev en nom en acc mv v zijn
De combinatie kan dan alleen nom mv zijn, want nepotes kan geen gen ev zijn en mei geen acc mv.

Slide 40 - Slide

sedes bona
A
nom ev v
B
nom + abl ev v
C
nom + acc mv v
D
nom + acc mv o

Slide 41 - Quiz

uitleg
bona: kan nom en abl ev v zijn, of nom + acc mv o zijn
sedes: is vrouwelijk kan nom ev en nom en acc mv zijn
De combinatie kan dan alleen nom ev zijn, want sedes kan geen abl ev zijn en bona kan geen mv v zijn.

Slide 42 - Slide

pectus bonum
A
nom ev m
B
nom mv m
C
nom + acc mv m
D
nom + acc ev o

Slide 43 - Quiz

uitleg
pectus (mv pectora) is van groep 3 en onzijdig. De nominativus is dus gelijk aan de accusativus.

Slide 44 - Slide

anima bona
A
nom ev v
B
nom + abl ev v
C
nom mv o
D
nom + acc mv o

Slide 45 - Quiz