Welkom bij het vak Nederlands

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Slide

Fijn dat je er bent!
Pak je boek, schrift,
pen en log in op deze LessonUp. 

timer
3:00

Slide 2 - Slide


Hoe gaat het met je?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll


Heb je een leuke vakantie gehad?
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

  • Korte kennismaking
  • De regels in de klas
  • Het vak Nederlands
  • Jezelf voorstellen op papier
  • Online methode instellen via Magister
  • Vragen stellen en afsluiten. 

Slide 5 - Slide

Wie ben ik:
  • 47 jaar
  • Marrum
  • Naast docent Nederlands ook werkzaam als schrijfcoach, trainer  en schrijver 
  • Hobby’s: reizen, lezen, schrijven, fotograferen en crimi’s kijken
  • 28 jaar samen met Harm
  • Moeder van Britt (20) en Ynte (18)


Docent Nederlands:
Mw. Hoogsteen  
Afkorting: HIN


Slide 6 - Slide

Dit schooljaar
Altijd meenemen naar iedere les: 
  • Lesboek Nieuw Nederlands
  • iPad 
  • Schrift
  • Pen
  • Oortjes of koptelefoon

Slide 7 - Slide

Werkwijze bij lessen Nederlands 
  • Je spullen pakken en voor je leggen 
  • Doornemen planning 
  • Uitleg leerstof
  • Zelf aan de slag
  • Evaluatie
  • LessonUp en video's
  • Weinig huiswerk bij goede inzet


Slide 8 - Slide

In de klas:
  • Telefoon in de tas of in de kluis. Niet zichtbaar in klas/school.
  • We gaan direct op onze eigen plek zitten
  • Zitten volgens plattegrond 
  • Niet naar de wc tijdens de les, alleen bij hoge nood
  • Stil is ook stil.  Steek je hand wanneer je wat wilt vragen
  • Luisteren naar elkaar als iemand anders aan het woord is 
  • Luisteren naar de docent als de docent aan het woord is



Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat weet jij (nog) over Nederlands?

Slide 11 - Slide

Waarom is het handig om de Nederlandse taal beter te snappen?
A
Zo kun je beter contact maken met anderen.
B
Zo kun je beter leren en je ontwikkelen.
C
Zo kun je makkelijker een andere taal leren.
D
Zo word je een aardiger mens.

Slide 12 - Quiz

Welke letter komt het vaakst voor in de Nederlandse taal?
A
e
B
s
C
a
D
n

Slide 13 - Quiz

Vind je dat je de Nederlandse taal al goed beheerst?
A
Absoluut
B
Wel oké
C
Niet echt
D
Drama

Slide 14 - Quiz

Ik spreek thuis alleen de Nederlandse taal.
A
eens
B
oneens

Slide 15 - Quiz

Wat betekent:
Goede beheersing van de Nederlandse taal
A
Dat je heel goed Nederlands spreekt.
B
Dat je een beetje Nederlands spreekt.
C
Dat je goed Nederlands spreekt.
D
Dat je goed Nederlands schrijft.

Slide 16 - Quiz

Wat is de meest voorkomende beginletter in de Nederlandse taal?
A
D
B
N
C
S
D
T

Slide 17 - Quiz

Blijft de Nederlandse taal altijd hetzelfde?
A
Tuurlijk
B
Nee, er komen woorden bij en er verdwijnen woorden
C
Geen idee
D
Nee er komen alleen maar woorden bij

Slide 18 - Quiz


Hoeveel officiële spellingregels heeft de Nederlandse taal?


A
209
B
50
C
1005
D
10

Slide 19 - Quiz

Welk onderdeel hoort NIET bij het vak Nederlands?
A
Boeken lezen
B
Zinnen ontleden
C
Spelling
D
Vertalen

Slide 20 - Quiz

Wat doe je het eerste als je een tekst gaat schrijven?
A
Lezen waarover de tekst moet gaan
B
Het slot schrijven
C
Over het onderwerp nadenken
D
Niets speciaals, je gaat gewoon schrijven

Slide 21 - Quiz

Je gaat nu een tekst schrijven door vragen te beantwoorden:
Schrijf je antwoorden duidelijk
op het uitgedeelde papier

Slide 22 - Slide

Stel je voor op papier  
1. Schrijf je naam op en in welke klas je zit
2. Schrijf op wat jij dit jaar belangrijk vindt om te leren tijdens Nederlands
3. Waar ben je goed in en wat wil je nog beter leren of ontwikkelen?
4. Wat is belangrijk dat ik als docent over jou weet?  
Je schrijft per vraag altijd een antwoord op.

timer
11:00

Slide 23 - Slide

Naar de online methode. 

Pak je iPad of laptop voor

Slide 24 - Slide

Ga naar Magister- dan naar de ELO - en dan digitaal lesmateriaal - klik op Nieuw Nederlands 

Je hoort van mij welke editie van Nieuw Nederlands je precies moet toevoegen. 

Die van vorig jaar mag weg. 

Slide 25 - Slide

Evaluatie 
  1. wat ging er goed 
  2. wat ging er minder?
  3. weet je wat je moet doen?
  4. heb je vragen en of opmerkingen?




Slide 26 - Slide

Tot morgen! 
Lever je blaadje in. 

Geen huiswerk voor morgen! :-)


Weet je nog wat je mee moet nemen? 




Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Haiku maken over je vakantie

Slide 29 - Slide

Voorbeeld van een haiku: 




een man met rood haar
zet streepjes in zijn gezicht
op een doek vol kleur

Slide 30 - Slide

Wat is een haiku?
- een soort rijm maar het hoeft niet te rijmen
- vaste structuur 5-7-5  lettergrepen
- Japans gedicht
- gaat vaak over de natuur
- gebruik je zintuigen
- probeer ze vatten in een gedicht

Slide 31 - Slide

En nu jij:
- Maak een haiku over je vakantie en/of over jezelf 
- Met de vaste structuur van een haiku: 5-7-5 lettergrepen
- Je mag eerst oefenen in je schrift 
- Schrijf die daarna op de achterkant van het
 uitgedeelde blaadje
- Je levert straks je blaadje bij mij in. Check of je
naam en je klas er op staan. 




timer
10:00

Slide 32 - Slide

Nederlands
Wie wil zijn haiku voor te lezen?

Slide 33 - Slide

Tot morgen!

Slide 34 - Slide