Woordraadstrategieën

Woordraadstrategieën
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Woordraadstrategieën

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je:
- de betekenis van een moeilijk woord in een tekst vinden door gebruik te maken van contextuele aanwijzingen. 
- synoniemen, tegenstellingen, voorbeelden, en omschrijvingen herkennen die helpen bij het begrijpen van een moeilijk woord.
- woorddelen analyseren om de betekenis van een moeilijk woord te achterhalen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Gebruik van synoniemen
Synoniemen zijn woorden met dezelfde of bijna dezelfde betekenis die in de buurt van een moeilijk woord kunnen staan.
Voorbeeld: 'geneugten ' en 'genoegens'. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Tegenstellingen
Tegenstellingen zijn woorden die het tegenovergestelde betekenen. Deze woorden worden ook wel antoniemen genoemd.

Voorbeeld: 'achterdochtig' en 'goedgelovig'. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden
Een voorbeeld; bij het woord gilde staat 'zoals de vakvereniging van schoenmakers'.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Omschrijving
Een omschrijving of definitie; bij kapitalisme staat 'maatschappelijk systeem waarbij bedrijven in het bezit van mensen zijn en niet van de staat, met alle economische effecten daarvan'.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Afbeeldingen
Een afbeelding; bij keurmerk staat een plaatje van zo'n keurmerk, bijvoorbeeld het 'Beter leven'-logo.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Woorddelen
Het moeilijke woord bevat een bekend woorddeel. In het woord accentueren herken je het woord accent (nadruk); accentueren is 'benadrukken'.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Andere taal
Het moeilijke woord is te herleiden tot een woord uit een andere taal. In het woord lommerrijk herken je misschien het Franse woord (l')ombre (= schaduw); lommerrijk is dus 'schaduwrijk', 'met veel schaduw'.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

sjoemelsoftware
"Volkswagen gebruikte sjoemelsoftware om emissietests te manipuleren, wat leidde tot een groot schandaal."

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

treitervlogger
"De treitervlogger zorgde voor opschudding door buurtbewoners lastig te vallen en dit te filmen."

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 14 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 15 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 16 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.